Twintig jaar geleden behoorde ik tot de aanzienlijke groep analfabeten die zich niet thuis voelde in het huis van de schilderkunst. Zoals de kleuter reeds een nul van een één onderscheidt, zo situeerde ik de Guernica ook wel bij Picasso en de Mona Lisa bij Da Vinci, maar zogauw men mij naar de schilder van Hoofd VI vroeg, of naar mijn kennis van het kubisme peilde, manifesteerde zich een pijnlijk gebrek aan kennis. Daarom documenteer ik me op het maniakale af als ik de gelegenheid krijg een tentoonstelling van betekenis te bezoeken, zodat ik niet helemaal als een leek de confrontatie met de kunst aanging. Zo ook toen ik toevallig een schilderij van Rik Wouters zag.
In welke mate kunst je ondersteboven haalt, is afhankelijk van je achtergrond en de ontwikkeling van je esthetisch gevoel. Wie niet vertrouwd is met de Brugse streektaal geniet minder van de klankrijkdom van Gezelle, net zoals wie het abc van de kunstgeschiedenis niet kent, weinig voeling heeft met abstracte kunst. Kunst moet je iets leren of een onvermoed aspect van jezelf blootleggen.
Een tegenspraak
Wat mij opviel toen ik mijn kennis over Wouters bijspijkerde, was de discrepantie tussen het trieste levenslot van de schilder en zijn zo geroemde levenslust. Leven in armoede, het afhankelijk zijn van anderen om de eindjes aan elkaar te kunnen (blijven) knopen, het eten uit je mond sparen uit liefde voor de kunst -ah de romantiek- daarnaast nog getroffen worden door een pijnlijke ziekte en desalniettemin blijven geloven in het leven en dat in steeds hellere kleuren gestalte geven: het is een tot lering strekkend voorbeeld.
Wouters werd door de liefde gedreven: als hij zijn Nele leert kennen boven het Brusselse Café 'La Rose du Midi' -hij is nauwelijks twintig- is het de coup de foudre en tezamen met een partner verwerft hij een model voor het leven. Hij tekent, schildert en beeldhouwt Nele in de meest verscheiden poses, hoofdzakelijk tegen een huiselijk decor: zijn liefde voor haar spat je toe vanop het doek, maar gelachen wordt er nauwelijks, ook niet door zijn andere modellen. Vreemd toch, die levensblijheid die langs kleuren en contrasten op je afkomt en anderzijds die starende figuren. Hijzelf vormt daarop geen uitzondering. Of het schilderij nu 'Rik met de sigaar' heet of 'Rik met de blauwe jas' of 'Rik met de snor', de blik blijft somber en afstandelijk.
Natuurlijk is er 'De zotte maagd', hét meesterwerk van de Mechelaar. Het tijdelijk op deze tentoonstelling geposteerde beeld is een ode aan de levensvreugde, een ode aan de vrouw, een ode aan de creativiteit. Heeft hij zich hier voor één keer helemaal blootgegeven? Wie zal het zeggen? Verbazingwekkend trouwens hoe hij dit twee meter hoge beeld op een kleine zolderkamer heeft kunnen maken.
Een fenomeen
Rik Wouters houdt de realiteit gevangen binnen zijn strakke composities. Ofschoon de dingen niet altijd zijn wat ze lijken, beperkt hij de schijn tot een hels kleurenspel dat het impressionisme in zich draagt. Zo zie je een gezicht met groene vegen of een witte kraag van een jurk met rode vlekken of een bontgestippelde wand. Het spel van licht en schaduw, de cultus van de weerkaatsing, toont aan hoezeer de schilder bezeten is door een zo adequaat mogelijke weergave van de werkelijkheid. Hij laat zelfs (kleine) onbeschilderde vlakken op het doek. De toeschouwer beseft dat de realiteit niet altijd inkleurbaar is.
Rik Wouters was een fenomeen. Hij verdient het om opnieuw gewaardeerd te worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Liefst niet anoniem reageren, dat is zo onpersoonlijk.