donderdag 29 juli 2010

Michaël Borremans in het koninklijk Paleis te Brussel

Het is weinige kunstenaars gegeven om nieuw werk te creëren voor het Belgisch koninklijk paleis, maar na Jan Fabre is Michaël Borremans er wel degelijk in geslaagd. Tot 5 september 2010 kan je zijn schilderijen bekijken in het Salon van de Maarschalken tijdens de jaarlijkse opendeurdagen.

Koninklijke interesse
De Belgische koninklijke familie schenkt traditioneel veel aandacht aan kunstenaars uit diverse kunstrichtingen. Koningin Elisabeth is de geschiedenis ingegaan als de meest kunstzinnige koningin die België ooit gekend heeft. Het is dus niet verwonderlijk dat een prestigieuze muziekwedstrijd haar naam meekreeg.
Koningin Paola's interesse voor hedendaagse kunst is bekend. In 2002 creëerde Jan Fabre op haar vraag 'Heaven of delight' in de grote spiegelzaal van het paleis, een werkstuk dat heel wat ophef veroorzaakte.
Nu kreeg Michaël Borremans het verzoek om zijn creativiteit ten dienste van het paleis te stellen. Hij mocht de ruimtes van het paleis komen bekijken en kreeg carte blanche om er zijn ding in te doen. Zeven schilderijen, waarvan één met digitale video, waren het gevolg.

Voorbereiding
Bij zijn speurtocht door het paleis belandde hij op de zolder waar hij lakeienkostuums uit de negentiende eeuw aantrof. Ze inspireerden hem voor een reeks schilderijen. Uit de zeventien werken pikte hij er zeven uit om in het paleis te exposeren.
Hij koos het thema 'lakeien' omdat de lakei doorheen de eeuwen een constante factor was geweest in koninklijke middens en deze bediendes ook nu nog deel van het personeel uitmaken. Hij zag deze vorm van continuïteit niet enkel in lakeien maar ook in zijn persoon zelf aangezien schilders door de eeuwen heen in dienst van vorstenh
uizen werkten. Borremans' grote voorbeeld is Velazquez die hofschilder was van Filips IV van Spanje.
Als voorbereiding voor zijn schilderijen gebruikte hij het personeel als model. Hij fotografeerde ze maar kwam dan tot de constatering dat het generaliserend effect dat hij beoogde zo niet zou werken. Daarom koos hij voor één figuur voor al zijn creaties die in verschillende poses werd geschilderd en soms ook een vreemde activiteit verricht (of hoe noem je het anders als een lakei zich ostentatief in de vinger snijdt of zichzelf een oog uitsteekt?). De lakei draagt de kostuums uit de negentiende eeuw omgekeerd wat een vervreemdend effect tot gevolg heeft en doet denken aan schilderijen van Magritte of Ensor. Magritte werd trouwens slechts 15 km van Borremans' geboortestad (Geraardsbergen) in Lessines geboren. De noodzaak voor surrealisme en absurditeit heeft met de geografische afkomst te maken, vindt de kunstenaar.
Zodus krijg je de paradox van een verwijzing naar de portretschilderijen uit vorige eeuwen gecombineerd met de absurde schilderkunst uit de twintigste eeuw. Deze psychologische spanning maakt een veelzijdige interpretatie mogelijk.

Wie is Borremans?
Michaël Borremans (°1963) is op zeer korte tijd uitgegroeid tot een van de grootste Belgische schilders van onze tijd. Hoewel hij een kunstopleiding volgde aan de Hogeschool voor Kunst en Wetenschappen Sint-Lucas te Brussel en hij vooral de fotografie beoefende, legde hij zich pas toe op het tekenen en schilderen in de loop van de jaren negentig. Na tien jaar lesgegeven te hebben aan het Stedelijk Secundair Kunstinstituut te Gent, trad hij door toedoen van Jan Hoet van het SMAK Gent (Stedelijk Museum voor Actuel Kunst) eindelijk naar buiten met zijn werk. De Antwerpse kunstgalerij Zeno X werd de start van een blitzcar
rière die hem in een mum van tijd tentoonstellingen bezorgde in de Verenigde Staten, Japan, Zwitserland, Italië, Finland en Duitsland.

Zijn werk, doorgaans in klein formaat, wordt omschreven als een boeiend gesprek met de traditionele teken- en schilderkunst uit de 18de en 19de eeuw, gekoppeld aan een bespiegeling over de eigentijdse mens en de samenleving. De bijzondere aandacht voor het detail valt op, een verwijzing naar schilders als Vermeer met wie hij zich technisch verwant voelt, alsmede de keuze voor het borstbeeld. De titels van zijn werk zijn snaakse knipogen die hij ons toezendt: 'Taking Turns', 'Honest ways of percepting your environment' of 'Looking at the face I had before the world was made' (citaat van John Keats). Een man in een dwangbuis geeft hij als titel 'Advantage' mee.
"Een titel kan je leiden of misleiden", stelt hij in een interview, "het stemt tot nadenken."
Borremans schildert in pak. Hij vindt dat hoe netter hij gekleed is, hoe beter het schilderij wordt. Respect voor hetgeen waarmee je bezig bent is de drijvende kracht achter zijn werk. Net zoals mensen vroeger met zondagse kleren naar de mis gingen, zo schildert de artiest in zijn eigen mis.

Borremans schrijft ook liedjes en maakt deel uit van een improvisatieband met twee collega's die ze The Singing Painters hebben gedoopt (met Hans Van Heirseele, zang en keyboards, en Merlyn Paridaen, drums). Hij vindt de groep een logisch verlengstuk van zijn beeldend werk dat ook vol rock'n roll zit. De Belgische groep Deus koos trouwens een tekening van hem als cover van hun cd Vantage Point.





Schrijf mee met InfoNu!

zaterdag 10 juli 2010

Het Atomium drie dagen Frans bezit

Wie Parijs zegt, zegt de Eiffeltoren. Wie Brussel zegt, zegt het Atomium. Sinds de restauratie van 2006 ontvangt Belgiës bekendste icoon gemiddeld 4.000 bezoekers per dag. Begin juli 2010 wapperde op het Atomium drie dagen de Franse driekleur. Ligt een annexatie in het verschiet?

Geschiedenis
Ingenieur André Waterkeyn kreeg het idee voor het Atomium in november 1954 toen hij het netwerk van een ijzerkristal 160 miljard keer vergrootte. Zijn idee lag aan de basis van de constructie van het grootste paviljoen op de wereldtentoonstelling van Brussel (Expo 58). Hij koos voor ijzer omdat het een materiaal in volle ontwikkeling was. Toch werden de negen bollen van het Atomium in aluminium vervaardigd, eveneens een materiaal in opkomst, omdat het blijkbaar beter tegen corrosie bestand was.
Bedoeling was het monument, dat het midden hield tussen een modern architectonisch bouwwerk en een kunstwerk, zes maanden op de Heizelvlakte te laten pronken, maar door het immense succes werd die periode verlengd, waarna uiteindelijk beslist werd het niet af te breken.

Structuur
Het Atomium is precies 102, 705 meter hoog. De negen bollen die de structuur van het ijzerkristal weergeven hebben elk een diameter van 18 meter met een oppervlakte van 1082 m2 en liggen precies telkens 29 meter van elkaar. Ze worden met elkaar verbonden door 20 buizen waarin trappen en roltrappen werden verwerkt. Op de meridianen van de bollen werden lichtjes geplaatst. Sinds de restauratie licht het Atomium 's avonds feeëriek op door de 2.970 knipperende lichtjes. De led-lichtjes kunnen na elkaar knipperen zodat het traject van een elektron die rond zijn kern draait wordt gevisualiseerd.
Het interieur van de bollen werd ingericht door de architecten André en Jean Polak.
Een pittig detail is dat de negen bollen overeenkwamen met de negen provincies waaruit België op dat moment bestond (de provincie Brabant was toen nog niet gesplitst).
Sinds de restauratie in 2006 werd het monument met roestvrij staal bekleed en schittert het als nooit tevoren.

Doel
De Expo 58 was een uiting van het naoorlogse enthousiasme om de toekomst positief tegemoet te zien. Het Atomium weerspiegelde het tomeloze geloof in de technische en wetenschappelijke vooruitgang in een vredevolle wereld. Nog steeds zijn deze idealen actueel en wil België met het monument dezelfde boodschap blijven uitdragen.

Inhoud van de bollen
Van de negen bollen zijn er maar vijf toegankelijk voor het publiek:
In de basisbol werd een permanente tentoonstelling geplaatst over de wereldtentoonstelling van 1958. 'Expo 58. Tussen droom en werkelijkheid' was oorspronkelijk een tijdelijke tentoonstelling om de 50ste verjaardag van deze historische gebeurtenis te vieren, maar daarna werd beslist om er een permanente versie van te maken. Zo kan je er 27 maquettes bekijken van de originele paviljoenen waaraan miljoenen mensen zich eertijds vergaapten.
In de tentoonstellingsbol vind je tijdelijke tentoonstellingen die rond diverse thema's draaien steunend op de pijlers wetenschap, vooruitgang en toekomst. In 2010 waren dat onder andere 'België en immigratie' en 'Belgian Design'.
In de kinderbol kunnen kinderen een nachtje blijven slapen in minibollen en genieten van het prachtige uitzicht over het nachtelijke Brussel. 's Morgens krijgen ze een geleid bezoek doorheen het Atomium. Deze bol is niet voor het grote publiek open.
In de centrale bol bevindt zich een snackbar.
Vanop de hoogste bol heb je een 360° panoramazicht over Brussel en de 19 randgemeenten. Historische gebouwen als het stadhuis, het Justitiepaleis of de Basiliek van Koekelberg liggen als het ware aan je voeten. Bij helder weer kun je de Sint-Romboutstoren van Mechelen zien en zelfs tot de kathedraal van Antwerpen kijken. In deze bol is ook een restaurant gevestigd. Sinds het overlijden van ontwerper Waterkeyn in 2005 is deze bol naar hem genoemd.

Audiogidsen
Zoals op de meeste tentoonstellingen dezer dagen kun je een audiogids huren voor een bezoek aan het Atomium. Uniek in Europa is wel dat er 26 talen beschikbaar zijn, waaronder alle 23 in Europa gesproken talen. Daar werden Russisch, Chinees en Turks aan toegevoegd.

De Franse vlag
Bij de viering van de 50ste verjaardag van Expo58 werd op de hoogste bol de Belgisch vlag gehesen. Twee jaar later wapperde van 3 tot 5 juli de Franse vlag naar aanleiding van de doortocht van de Ronde van Frankrijk door België. Op 4 juli kwam de tweede rit in Brussel aan.
Het andere Brusselse icoon, 'Manneke Pis' kon bij deze speciale gelegenheid niet achterblijven en pronkte drie dagen met de gele trui.



Schrijf mee met InfoNu!

zondag 4 juli 2010

België danst het EU-voorzitterschap op gang

Met 'België danst' werd het EU-voorzitterschap van België op een ludieke manier ingezet. Tienduizenden Belgen uit alle hoeken van het land dansten simultaan dezelfde passen als teken van verbondenheid met de Europese gedachte.

Viering
Toen Robert Schuman de aanzet gaf tot de oprichting van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) in 1951 had hij nooit gedacht dat zijn Europese droom zo relatief snel werkelijkheid zou worden. De EG bevat nu 27 landen, met nog enkele landen in de wachtkamer, en om de zes maanden wordt het voorzitterschap van de raad door een ander lid overgenomen. Sinds het Verdrag van Lissabon (2007) wordt dit voorzitterschap beperkt tot het voorzitten van de vergaderingen van de vakministers (op Buitenlandse Zaken na), daar er beslist werd tot de verkiezing van een permanente voorzitter (de Europese president) die tweeënhalf jaar (met een mogelijkheid tot verlenging van het mandaat) zal aanblijven.
Op 1 juli 2010 werd België voor de zesde keer voorzitter van de Europese Unie: 1970, 1973, 1977, 1993 en 2001 waren de vorige beurten. Dit historisch feit ging gepaard met talrijke feestelijkheden. Een van de meest gesmaakte was 'België danst', een bal moderne dat simultaan in 12 steden werd georganiseerd.

Wat houdt 'België danst' in?
'België danst/Belgique danse' is een zogenaamd 'bal moderne', waarbij professionele dansers het publiek binnen een kort tijdsbestek een choreografie op een bekend muzieknummer aanleren. Het is een concept van de vzw Arenal, en meer bepaald van Tomas Leyers, die dit niet alleen op openbare plaatsen doet, maar 's winters ook in balzalen.
Een eerste keer werd dit concept nationaal georganiseerd ter gelegenheid van de viering van 175 jaar België toen op de klanken van 'Ik hou van U/Je t'aime tu sais', gezongen door Stijn Meuris (Monza) en Marie Daulne (Zap Mama), door 40.000 Belgen over het hele land eenzelfde dans (een wals) werd uitgevoerd.
Ter gelegenheid van het begin van het Belgische Europese voorzitterschap gebeurde iets gelijkaardigs. Jaune Toujours herwerkte zijn bekendste nummer 'Bruxelles ici/Brussel hier' speciaal voor dit evenement en Maria-Clara Villa Lobos, een Brusselse van Braziliaanse origine, zorgde voor de choreografie. Aan het publiek in twaalf Belgische steden werd deze dans aangeleerd in 50 minuten. Om 21.40 uur precies vond dan de simultane uitvoering op de verschillende locaties plaats die rechtstreeks werd uitgezonden door de nationale tv-zenders.

Wie waren de hoofdrolspelers?
Jaune Toujours is een Brusselse mestizoband die een stevig livereputatie heeft uitgebouwd. Ze spelen enthousiaste muziek die een samenraapsel is van talloze muziekgenres zoals latino, salsa, balkan, rap, hiphop, punk, ska, rock met de nadruk op balkan eerder dan salsa. Swingend als een rockgroep, maar zonder gitaren.
Danseres Villa Lobos werkte een choreografie uit die op het ritme van de muziek de uitgelatenheid van een volk, een in zijn diversiteit, illustreert. Immers, België is Europa in het klein in die zin dat met Wallonië en Vlaanderen twee verschillende culturen werden samengebracht die vooralsnog in harmonie samenleven. Met haar dans maakte ze een (humoristische) trip doorheen Europa met een link naar het multiculturele Brussel.


De keuze van de steden
Belgen van over het hele land konden participeren aan dit reuzendansfeest. Zoals zo vaak was het zaak om het perfecte evenwicht tussen de verschillende taalgroepen te bewerkstellingen. Daarom werd er gekozen voor vijf Vlaamse (Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt en Leuven) en vijf Waalse steden (Charleroi, Doornik, Louvain-La-Neuve, Luik en Namen) waar er zou gedanst worden, aangevuld door Eupen voor de Duitstalige Belgen en de Europese hoofdstad Brussel/Bruxelles.

Doel
Dit evenement dat door toedoen van de kanselarij van de Eerste Minister tot stand kwam had tot doel om de betrokkenheid van de burger bij dit historische gebeuren te versterken. Door een
collectieve danspartij over het hele land te organiseren wilde men hulde brengen aan de diversiteit en de gezelligheid die in heel België heerst.
Met de deelname van tienduizenden Belgen uit alle lagen en klassen van de bevolking, ongeacht hun politieke overtuiging, hun religie, hun afkomst of hun huidskleur, uit alle leeftijdsgroepen werd aan dit opzet een kleurrijke invulling gegeven.




Schrijf mee met InfoNu!

zaterdag 3 juli 2010

Van 1 tot 11 juli viert Vlaanderen feest

Sinds 2002 viert Vlaanderen de eerste elf dagen van juli feest om de Guldensporenslag van 1302 te herdenken. De aanstekelijke melodie van 'Vlaanderen boven' draagt bij tot de vrolijke sfeer van het gebeuren en mondt steevast uit in een afsluitend volksfeest op 11 juli, de Vlaamse feestdag.

Waarom?
De aanleiding tot de feestdag is de overwinning van het Vlaamse burgerleger bestaande uit voetvolk dat gerecruteerd werd uit ambachtslieden en boeren op het Franse leger dat bestond uit ridders te paard op 11 juli 1302 aan de Groeningekouter te Kortrijk. Na de strijd werden op het slagveld honderden gouden sporen teruggevonden. De Guldensporenslag werd voor Vlaanderen een mytische overwinning die hun geschiedenis verder zou bepalen.
Aanleiding tot de slag was de strijd van Vlaanderen om niet bij het kroondomein van de Franse koning te worden aangehecht. Bij uitbreiding werd het door de Vlamingen als symbool beschouwd van verzet tegen een vreemde overheerser in het verlangen van een volk naar zelfstandigheid.

Hendrik Conscience
Geïnspireerd door het schilderij 'De Groeningeslag' van Nicaise De Keyser schreef Hendrik Conscience 'De Leeuw van Vlaanderen'. Het strijdtoneel vormde het decor van een liefdesverhaal. De roman werd een gigantisch succes en was de reden waarom Conscience werd beschouwd als de man die zijn volk leerde lezen. Hij leidde een aanzienlijke bijdrage tot de Vlaamse bewustwording in de 19de eeuw.
In 1985 werd 'De Leeuw van Vlaanderen' verfilmd door Hugo Claus met als adjunct-regisseurs Stijn Coninckx en Dominiek De Ruddere.

Feest van de Vlaamse Gemeenschap
Het Feest van Vlaanderen vindt sinds 1973 traditioneel plaats op 11 juli. Dit is een vrije dag voor de Vlaamse ambtenaren (het personeel van de Provinciebesturen en de lokale overheden) en sommige privésectoren zoals de bankensector.
Sinds oktober 2007 werd er federaal een principeakkoord afgesloten die de wettelijke feestdag van de gemeenschappen regelde. Voor Vlaanderen was dat uiteraard 11 juli, voor de Franse gemeenschap 27 september, de dag dat de Belgen in 1830 het Nederlandse leger in Brussel versloegen.

Het wapenschild van Vlaanderen
Op de vlag van Vlaanderen vind je een rechtstaande zwarte leeuw met rode tong en klauwen terug op een gele achtergrond. In tegenstelling tot een gelijkaardig wapen van de provincie Oost-Vlaanderen vind je er noch een leuze noch buitenversiering op terug.

De leeuw zou afkomstig zijn van het wapen van graaf Filips van Elzas (12de eeuw). Hij zou het volgens sommige bronnen veroverd hebben op een Arabische heerser tijdens een kruistocht, terwijl anderen het toeschrijven aan de overname van het wapen van Willem van Ieper die het op zijn beurt uit Engeland had meegebracht. In die tijd werden vaak dieren gebruikt als teken van dapperheid en moed.
De leeuw stond ook afgebeeld op het wapen van de Brabantse hertogen en zou later ook gebruikt worden op het Belgische wapenschild.

De Vlaamse Leeuw
De Vlaamse Leeuw is het officiële Vlaamse volkslied sinds het decreet van de Raad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 6 juli 1973. In 1985 werd het ook federaal vastgelegd. Het lied wordt vooral gespeeld op de officiële plechtigheden die georganiseerd worden in het kader van het Feest van de Vlaamse Gemeenschap.
Het lied werd in 1847 gecomponeerd door Karel Miry op een tekst van Hippoliet van Peene naar aanleiding van een discussie over volks- en nationale liederen die ze voerden binnen het amateurtoneelgezelschap 'Broedermin en Taelyver'.
Gezien tegen de achtergrond van de Franse Revolutie in 1848 die leidde tot de Tweede Republiek, kun je het lied beschouwen als een vrees voor annexatie door de Fransen. Het was dus duidelijk geen anti-Belgisch lied.
In 1973 werden de eerste twee strofen vastgelegd als officieel volkslied. Ze luiden als volgt:

Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw,
Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en geschreeuw.
Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.

Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
Zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.

De tijd verslindt de steden, geen tronen blijven staan.
De legerbenden sneven: een volk zal nooit vergaan.
De vijand trekt te velde, omringd van doodsgevaar.
Wij lachen met zijn woede, de Vlaamse Leeuw is daar!

Zij zullen hem niet temmen, zolang een Vlaming leeft,
zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft,
zolang de Leeuw kan klauwen, zolang hij tanden heeft.

Vlaanderen boven
Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux lanceerde in 2002 'Vlaanderen feest!', een elfdaagse activiteitencampagne waarbij over heel Vlaanderen tal van activiteiten worden georganiseerd van straatfeesten over dorpsfestiviteiten tot concerten en allerlei soorten van animatie.
De Gulden Ontsporing, een door de Vlaamse overheid aangesteld coördinatiecomité van het Vlaamse feest, kreeg de opdracht een bekend Vlaams lied als officieel feestlied aan te duiden. Niet 'Vlaanderen mijn land' van Will Tura, noch 'Mijn vlakke land' van Jacques Brel, noch 'De lichtjes van de Schelde' in de versie van Hans de Booy werd verkozen maar wel 'Vlaanderen Boven' van Raymond van het Groenewoud vanwege zijn vrolijke en meeslepende ritme. Nochtans klinkt er in de ironische tekst enige kritiek door op Vlaanderen en zijn bevolking.
De lichtjes gewijzigde tekst (op een nieuw arrangement) gaat zo:

Waar er mossel met friet is
waar er kip aan het spit is
waar de kerk in 't midden staat
waar de purperen hei bloeit
en het geld in het zwart vloeit
waar men nauwelijks Nederlands praat.

waar het zwijgen veel zin heeft
en de koning een kind heeft
waar de schuimwijnkoningin defileert
waar het volk goedlachs is
en een vuist zonder kracht is
waar men faalt en aan de toog expliceert

Vlaanderen Boven
waar men de Heer nog kan loven
waar de mensen belangrijk zijn
en de buiken omvangrijk zijn
Vlaanderen buiten
waar de vogeltjes fluiten
Vlaanderen m'n land
bij het Noordzeestrand

waar de kleurenbuis grijs is
en een schroef nog een vijs is
waar de rijkswacht goed functioneert
waar een pik een houweel is
en een pintje teveel is
alle wegen dicht zijn gesmeerd

waar de g soms een h is
AVV VVK is
en men ernst zodanig prijst
waar de Chiro paraat staat
de man aan de vaat staat
waar de camera traag gaat
de premier nogal vaag praat
de vakantie naar Spanje wijst

Vlaanderen Boven
waar men de Heer nog kan loven
waar de mensen belangrijk zijn
Vlaanderen buiten
waar de vogeltjes fluiten
Vlaanderen m'n land
bij het Noordzeestrand

de Kemmelberg
het Gravensteen
de Koekelbergbasiliek
ja, die van Koekelberg
de waterzooi
het meisje in 't hooi
de Vlaamse romantiek

Vlaanderen Boven
waar men een peer nog kan stoven
waar de mensen belangrijk zijn
en de pensen omvangrijk zijn
Vlaanderen buiten
waar ik de Heer nog zag fluiten
Vlaanderen m'n land
bij het Noordzeestrand





Schrijf mee met InfoNu!

donderdag 1 juli 2010

4 oktober is de échte nationale feestdag van België



21 juli is de nationale feestdag in België. Die valt echter niet samen met de proclamatie van de onafhankelijkheid die plaatsvond na de gevechten met de Nederlandse troepen in oktober 1930.

De tweede Bourgondische Nederlanden
Na de nederlaag van Napoleon te Waterloo in 1815 werd op het Congres van Wenen beslist dat het toenmalige Vlaanderen bij Nederland zou gevoegd worden. Op die manier werden de Bourgondische Nederlanden, de 'Zeventien Provinciën', als het ware herenigd met dien verstande dat nu ook het vroegere Prinsbisdom Luik en het Groot Hertogdom Luxemburg er deel van uitmaakten. Koning Willem I van Nassau kreeg als opdracht er een eenheidsstaat van te maken.

Te vele verschillen
Makkelijk bleek dat niet want er bleken veel verschillen tussen het Noorden en het Zuiden. Die situeerden
zich op het vlak van de economie (Nederland was een handelsstaat, Vlaanderen meer toegespitst op landbouw en industrie), de godsdienst (het protestante Noorden en het katholieke Zuiden), de taal (de Franstalige elite kon het niet pruimen dat ze door Willem verplicht werd Nederlands te leren) en de politiek (de bijna 4 miljoen Vlamingen waren in de Staten-Generaal ondervertegenwoordigd tegenover de 2,5 miljoen Nederlanders).
Ook het verlicht despotisme van Willem zette in Vlaanderen kwaad bloed: ministers moesten bijvoorbeeld enkel aan de koning verantwoording afleggen en niet aan de Staten-Generaal (het parlement), de koning bemoeide zich te veel met het onderwijs, het grondbezit werd te hoog belast en in de ambtenarij werden Nederlanders voorgetrokken.

Een opera ontketent de revolutie
De driedaagse revolutie in Parijs tegen Karel X van Bourbon had indruk gemaakt op de Vlamingen. In Frankrijk was er trouwens een gelijkaardige alliantie tot stand gekomen tussen liberalen en katholieken. Toen er in Brussel relletjes uitbraken na een opvoering in de Muntschouwburg van 'De Stomme van Portici' van Daniel Auber op een libretto van Eugène Scribe en Germain Delavigne (hierin wordt het verhaal verteld van de opstand van Napels tegen Spanje in 1647), was het geenszins de bedoeling een revolutie te ontketenen om een onafhankelijke staat te verwezenlijken maar eerder druk te zetten zodat de koning aan de verzuchtingen van Vlaanderen zou tegemoetkomen, getuige de leuze WWWWWWWWWWWW die op muren werd geschilderd: 'Wij willen Willem weg, wil Willem wijzer worden, wij willen Willem weer'.
De gegoede burgerij die opgejut was door de aria 'Amour sacré de la patrie' schopte relletjes op het Muntplein, er werden straatkeien uitgebroken en ruiten ingegooid van huizen die tot de overheid behoorden, het gebouw van de gezagsgetrouwe krant Le Nationale werd bestormd. Sommige bronnen gewagen ook van Franse intriganten die de bevolking zouden opgeruid hebben.
De schutterij die toen voor de ordehandhaving verantwoordelijk was werd makkelijk opzij geschoven en ook het leger moest het onderspit delven tegen een opstand die was overgeslagen naar de lagere klasse die gefrustreerd was door de slechte sociaal-economische toestand waarvoor ze de koning aansprakelijk stelde. De vlag van oranje werd neergehaald en vervangen door de Franse driekleur, die symbool stond voor revolutie. Het feit dat men niet direct een alternatief voorhanden had bewees het geïmproviseerde karakter van de omwenteling. Even later werd door toedoen van Lucien Jottrand de tricolore vervangen door de Brabantse driekleur: de kleuren zwart, geel en rood waren afkomstig van het oude hertogdom Brabant en werden in 1790 gebruikt bij de Brabantse Revolutie die tot een kortstondige Belgische republiek had geleid. Ook met de keuze van 'La Brabançonne' als nationaal volkslied later werd naar Brabant verwezen.

Willem reageert
Op 23 september nam het Nederlandse leger, 10 000 man sterk, Brussel in. Er werd vijf dagen gevochten. Vooral in het Warandepark werd er verwoed slag geleverd. Om verder bloedvergieten te vermijden besliste koning Willem uiteindelijk om zijn troepen terug te trekken.
Nagezeten door het Belgisch leger verschanste het Oranjeleger zich onder generaal Chassé in de Citadel van Antwerpen. Vanuit het fort alsmede vanop kanonneerschepen werd Antwerpen genadeloos gebombardeerd. Van dan af was het voor de bevolking duidelijk: door de talloze doden die de Nederlandse koning op zijn geweten had was er geen weg meer terug. Men wilde van 'den Hollander' niet meer weten.

De onafhankelijkheid wordt uitgeroepen
Er werd een Voorlopig Bewind ingesteld dat op 4 oktober 1830 de onafhankelijkheid uitriep. Men koos voor een constitutionele monarchie met uitsluiting van het huis van Nassau. Er werd een parlement met twee kamers ingesteld dat een nieuwe grondwet zou opstellen. Toen deze op 7 februari 1831 van kracht werd, bleek deze dusdanig liberaal dat ze als voorbeeld voor andere landen zou dienen. In de grondwet werden de vrijheid van godsdienst, onderwijs en drukpers vastgelegd alsook de scheiding van kerk en staat.

De Conferentie van Londen
In het conflict tussen Nederland en Vlaanderen hadden de Europese grootmachten zich afzijdig gehouden. Op vraag van Willem I werd op 4 november 1830 de Conferentie van Londen georganiseerd. Daar werd door de Europese grootmachten de splitsing van het koninkrijk Nederland officieel bekrachtigd. België werd een onafhankelijke, maar neutrale staat. De principes van een vredesverdrag werden overeengekomen, maar het zou tot 1839 duren voor het Verdrag van de XXIV Artikelen uiteindelijk werd geratificeerd.
Eerst leidde Wilem, Prins van Oranje (de latere Koning Willem II) nog de Tiendaagse Veldtocht (2-12
augustus 1831): met een leger van 37.000 man sterk viel hij België binnen. Het slecht georganiseerde en over verschillende streken verdeelde Belgische leger was niet in staat om de opmars te stuiten. In de roman 'De heldeninspecteur' van Atte Jongstra (2009) wordt deze veldtocht van binnenuit beschreven. Toen Leuven viel werden de Nederlanders geconfronteerd met een Frans expeditieleger dat de Belgen was ter hulp gesneld. Immers, de grote mogendheden vonden het onverstandig dat Nederland België opnieuw zou annexeren. Wijselijk besliste Willem om zich terug te trekken en zich neer te leggen bij de Belgische realiteit.
Op 21 juli 1831 had Leopold van Saksen-Coburg als eerste koning van België de eed reeds afgelegd op het Koningsplein.




Schrijf mee met InfoNu!