maandag 7 juni 2010

België is een van de weinige landen met kiesplicht

In theorie zijn verkiezingen een feest van de democratie waaraan zoveel mogelijk mensen moeten kunnen deelnemen. Daarom werd de kiesplicht in België ingesteld, maar er gaan steeds meer stemmen op om die af te schaffen.

Eerst was er het cijnskiesrecht
De geschiedenis van de kiesplicht dateert al van het begin van de onafhankelijkheid van België. In 1830 werd het cijnskiesrecht voor mannen ingesteld. Men moest een cijns (belasting) betalen om het recht te krijgen om te mogen stemmen. Het ligt voor de hand dat dan ook enkel de rijkeren gingen stemmen. Dat waren er toen 46.000.

Algemeen meervoudig stemrecht voor mannen
De negentiende eeuw was een eeuw van ontvoogding en strijd van de werkende mens. Door toedoen van stakingen in Wallonië die vaak in een bloedig treffen eindigden, maar ook onder druk van vooruitstrevende liberalen en de socialisten werd in 1893 het algemeen meervoudig stemrecht ingevoerd. Dit hield in dat elke mannelijke burger minimum één en soms meer stemmen had (bijvoorbeeld als hij cijns betaalde of als hij een goede positie had of een combinatie van beide).
Tegelijkertijd met dit stemrecht werd de opkomstplicht ingevoerd en de kiesleeftijd bepaald op 25 jaar.

Algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen
Vijfentwintig jaar later (1918) werd het algemeen enkelvoudig stemrecht voor alle mannen ingevoerd en de kiesgerechtigde leeftijd verlaagd tot 21 jaar. Niet verwonderlijk dat de populaire koning Albert I hierin een belangrijke rol had gespeeld.

Algemeen enkelvoudig stemrecht voor alle Belgische burgers
In 1948 werd dan de grootste hervorming van het kiesstelsel ingevoerd: nu mochten (of beter: moesten) ook alle vrouwen gaan stemmen, waardoor het algemeen enkelvoudig stemrecht nu voor alle Belgische burgers vanaf 21 jaar gold. Deze leeftijd zou in 1981 tot 18 jaar verlaagd worden. In 1992 kregen alle EU-burgers stemrecht bij de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen en vanaf 1999 ook niet-Europese vreemdelingen die minstens vijf jaar legaal in het land verbleven.

Iedereen moet gaan
Vaak is er sprake van een stemplicht daar waar er eerder van een kiesplicht moet gewaagd worden. Immers elke Belg dient zich met zijn oproepingsbrief naar een kiesbureau te begeven waar hij zijn stem kan uitbrengen. Men heeft dus wel het recht om ongeldig of blanco te stemmen. Ook is het mogelijk bij volmacht te stemmen maar daarvoor dient een speciaal formulier te worden ingevuld met de reden van de aanvraag om misbruik tegen te gaan.

Wie zijn kiesplicht niet vervult riskeert volgens het Algemeen Kieswetboek boetes tussen de 25 en 50 euro.

Een van de laatste landen
België is een van de weinige landen waar de kiesplicht nog geldt. Ook Luxemburg, Griekenland, Australië, Thailand en de meeste Zuid-Amerikaanse landen verplichten hun burgers nog om naar de stembus te gaan.
In Nederland was er een opkomstplicht tussen 1917 en 1970. Sinds deze plicht is weggevallen is de opkomst bij verkiezingen fel gedaald. Het hoogst is die nog bij de parlementsverkiezingen.




Schrijf mee met InfoNu!