woensdag 29 april 2009

Against the Day van Luc Tuymans

Momenteel is Luc Tuymans Belgiës meest gerenommeerde schilder. Tentoonstellingen in binnen- en buitenland en zijn aanwezigheid in de permanente collecties van diverse internationale musea hebben zijn naam definitief gevestigd. Zijn eerste solotentoonstelling in Brussel gaat niet onopgemerkt voorbij.

Een triptiek
In vier maanden tijd heeft Luc Tuymans 20 nieuwe schilderijen klaargestoomd die te maken hebben met het fenomeen internet en reality tv en de manipulatie van beelden. Hij bracht ze samen in de tentoonstelling 'Against the Day', niet toevallig de titel van de recentste roman (2006) van de Amerikaanse schrijver Thomas Pynchon met wiens paranoïde wereld hij zich verwant voelt. Het is de afsluiting van een triptiek die hij startte met Les Revenants (in Zero X Antwerpen, 2007), waarin hij de maatschappelijke invloed van de Jezuïeten in het onderwijs aankaartte, en verder zette met 'Forever. The Management of Magic'  (galerij David Zwirner, New York, 2008), waarin hij de moord op de fantasie met pretparken als Disney World bekritiseerde.

Zijn opzet
Nochtans ligt de kritiek in zijn werk niet zo voor de hand. Tuymans gaat naar eigen zeggen uit van 'authentieke vervalsingen': "Alle kunst is in zekere mate schatplichtig aan andere beelden. (…) Het gaf me de mogelijkheid terug te gaan in de tijd, bestaande beelden opnieuw te gebruiken en op die manier authentieke  vervreemdingseffecten te creëren."
Tuymans steunt dus op reeds bestaande foto's, films en documenten die hij zo afstandelijk mogelijk naschildert. De naakte werkelijkheid. Zo probeert hij iets te vertellen over thema's als de holocaust, het Vlaams-nationalisme of een onverwerkt familiaal verleden.

Realiteit of gemanipuleerde realiteit?
In deze tentoonstelling schildert hij zijn onderwerpen in tegenlicht. De wit-grijze tinten creëren een onwezenlijke, afstandelijke sfeer. De beelden die hij kopieerde van televisie, computer of iPhone stellen je voor het dilemma: is hetgeen ik nu zie gespeeld, bewerkt of stelt het inderdaad de werkelijkheid voor? Immers, van de foto's en films die in onze maatschappij op ons afkomen weet je nooit zeker of ze echt zijn of gemanipuleerd, de realiteit weergeven of er een verdraaide kopie van zijn.

Het schilderij Sniper bijvoorbeeld stelt de voltreffer van een sluipschutter in Bagdad voor. Tuymans kreeg die foto per ongeluk binnen via zijn iPhone en werd er zich van bewust dat die afschuwelijke werkelijkheid nu gebanaliseerd wordt in de vorm van videospelletjes steunend op deze foto. Het is een werkelijkheid die fictie geworden is, maar toch raakpunten behoudt met die werkelijkheid. Dit ambiguë karakter vind je vaak terug in het werk van de schilder.


Nog verwijzingen naar video en de virtuele werkelijkheid zie je in de diptiek die de titel van de tentoonstelling , 'Against the Day' illustreert, met een personage dat in een ingesloten tuin aan het spitten is. Op het eerste schilderij in volle actie mét pet, op het tweede schilderij rustend zonder pet. De twee vertikale strepen die de stopfunctie op een afstandsbediening symboliseren worden hier via het personage gesymboliseerd. Tuymans noemt het 'gemanipuleerd voyeurisme'.

De tweede laag
Zoals een goede roman op een tweede niveau kan gelezen worden, zo kan een goed schilderij een tweede laag in zich dragen. Bij Tuymans is die tweede laag, zijn sociaal engagement, maar voor een leek is het moeilijker detecteerbaar. De extreme afstandelijkheid die hij creëert maakt het de doorsnee kijker niet makkelijk om zijn verwijzingen naar de manipulatie van beelden te doorzien.

Dat Tuymans 'hot' is bewijst het feit dat voor de tentoonstelling van start ging al diverse werken verkocht waren.



Against the Day kun je tot 2 augustus aan een spotprijs bekijken in Wiels, het Centrum voor Hedendaagse Kunst in de Van Volxemlaan 354 te 1190 Brussel.



maandag 27 april 2009

Wat zit er achter het Belgische volkslied?

De Brabançonne ontstond in het najaar van 1830 in volle revolutionaire roes. Nochtans verschilt het huidige volkslied van het toenmalige.

De originele versie
Het Belgisch volkslied werd geschreven in 1830 toen de Belgen in opstand kwamen tegen Willem van Oranje. In de romantische ontstaansgeschiedenis wordt over een groep studenten verteld die na de gevechten van september in het Brussels café 'L'aigle d'Or' in de Greepstraat samenkwam. Na heel wat drank te hebben verbruikt zou Jenneval, een acteur in de Muntschouwburg, zijn revolutionaire verzen hebben voorgedragen. Deze zouden vervolgens aan de basis gelegen hebben van de tekst die later door violist François Van Campenhout op muziek werd gezet. De tekst was toen al verschillende keren gewijzigd omdat Louis-Alexandre Dechet, de échte naam van de acteur, ze had aangepast in functie van de revolutionaire gebeurtenissen. Het volkslied werd  door Jenneval voor de eerste keer in de Brusselse Muntschouwburg ten gehore gebracht.

Aanpassingen
Toch was het nog niet de versie die we nu kennen. In 1860 paste toenmalig eerste minister Charles Rogier de Franse tekst aan ('Qui l'aurait cru…'*) en verwijderde de heftige aanvallen tegen de Nederlandse vorst. Het oorspronkelijke opzet was immers geweest de grieven van het Belgische volk jegens Koning Willem I te verwoorden. De originele partituur werd vervolgens aangepast in overeenstemming met de nieuwe tekst.

De titel
Zoals de titel al aangeeft werd de eerste tekst in het Frans geschreven. Met de titel wordt verwezen naar het vroegere hertogdom Brabant waarvan Brussel deel uitmaakte. Het was niet de bedoeling om te verwijzen naar de Brabantse Omwenteling (1789-90). Indertijd was het de gewoonte om te verwijzen naar de regio waar een lied was ontstaan: zo kennen we ook bijvoorbeeld La Liègeoise of La Luxembourgeoise of La Gantoise.

Andere versies
Later werd er een Nederlandstalige versie (en nog later een Duitstalige) geschreven. Frappant is dat de Nederlandstalige en de Franstalige versie op sommige punten van elkaar verschillen. Slechts in 1938 werd de Nederlandstalige versie officieel goedgekeurd. Voor alle duidelijkheid: in een rondschrijven van de minister van Binnenlandse Zaken in 1926 werd beslist dat enkel de vierde strofe als de officiële versie zou worden beschouwd.

De Brabançonne is ook een monument
Rechtover het Madouplein in Brussel vind je het Surlet de Chokierplein (genoemd naar de baron die als voorlopig regent in 1831 het eerste Belgische staatshoofd werd) waar een standbeeld staat van een vrouw die de Belgische vlag draagt (de Belgische versie van de Marianne). De vrouw verzinnebeeldt de provincie Brabant. Op de sokkel vind je in de drie officiële landstalen de eerste drie alinea's van de Brabançonne terug.

Laatste versie
Toen de nationale voetbalploeg op 6 september 2008 tegen Estland aantrad, werd voor het eerste een tragere versie van de nationale hymne gespeeld. Het was door onze nationale trots Toots Thielemans bewerkt en op harmonica opgenomen. Omdat deze versie helemaal niet door pers en publiek werd gesmaakt, besloot Thielemans een snellere versie in te spelen, maar ook deze versie werd niet geaccepteerd zodat men het nu nog bij de traditionele uitvoering houdt.

*Qui l'aurait cru ? De l'arbitraire,
Consacrant les affreux projets,
Sur nous de l'airain sanguinaires,
Un prince a lancé les boulets.
C'en est fait, oui, Belges, tout change,
Avec Nassau, plus d'indigne traité,
La mitraille a brisé l'Orange
Sur l'Arbre de la Liberté



Wie had het kunnen geloven?

Willekeurig

Ter bescherming van verschrikkelijke plannen

Heeft uit het krijgszuchtige brons

Een prins kogels op ons afgevuurd.
Het is gebeurd! Ja, Belgen, alles verandert:

Met Nassau geen onwaardig verdrag meer!

De kogels hebben Oranje vernietigd

Bij de Vrijheidsboom.


Geschiedenis: links naar de gepubliceerde artikelen

De Belgische vlag

zaterdag 25 april 2009

De Nationale Plantentuin van België

Een dagje uit naar een Belgisch plantenparadijs is best interessant als het weer meezit. In het Vlaams-Brabantse Meise, dicht bij Brussel kun je de Nationale Plantentuin bezoeken. Een juweeltje (zolang het nog duurt).

De geschiedenis van de plantentuin
De oorsprong van de plantentuin gaat terug tot in de achttiende eeuw. Tijdens de Franse Revolutie werd de tuin aangelegd op de Hofberg in Brussel. Hij werd door de eerste directeur 'Le Jardin Botanique de Bruxelles' gedoopt. Later werden er serres met tropische planten gebouwd. Ten gevolge van de grote industriële tentoonstelling van 1826 werd de tuin verhuisd naar een plaats die zich tussen het huidige Rogierplein en de Koningsstraat bevond. Dat was toen nog landelijk gebied. Op de oorspronkelijke plaats werd later de Koninklijke Bibliotheek gebouwd.
In 1870 werden tuin en gebouwen door de Belgische Staat gekocht en kreeg de directie de opdracht van het wetenschappelijk onderzoek inzake plantkunde en tuinbouw de hoofdopdracht te maken. Omdat de collecties steeds omvangrijker werden en de beschikbare ruimte beperkt was werd het domein van Boechout van de koninklijke familie aangekocht waar de plantentuin werd ondergebracht. Tezamen met het domein van het kasteel van Meise bestrijkt de plantentuin nu een oppervlakte van 92 ha.

De collecties
De Nationale Plantentuin is gelegen in Meise op een drietal kilometer van Brussel. Je kan er plantencollecties van over de hele wereld bewonderen, gaande van unieke orchideeën tot vleesetende planten, van bananenbomen tot parasolbomen. Je vindt er ook een tuin met geneeskrachtige planten en een bibliotheek met botanische literatuur en informatie over de diverse tuinen.
Als je de actualiteit bijhoudt kan je bij gelegenheid zeldzaam bloeiende planten gaan bewonderen zoals bijvoorbeeld de reuzenaronskelk (ook wel de penisplant genoemd) die in 2008, vijf jaar na de vorige bloei, slechts 72 uur bloeide.

De serres
In de serres vind je planten uit het tropische regenwoud en uit de moessonbossen en de savannes. 

De alarmbel wordt geluid
















Door verwaarlozing ten gevolge van politieke twisten tussen Vlaanderen en Wallonië met betrekking tot de overheveling van de Plantentuin naar de Vlaamse gemeenschap, raakten talloze broeikassen in verval met als gevolg dat er verschillende tropische planten zijn verloren gegaan.
Omdat deze problemen al aanslepen sinds 2000 wordt door de directie, sommige verontruste burgers en enkele zeldzame politici regelmatig de alarmbel geluid om te voorkomen dat deze wereldwijd gewaardeerde tuin dat het bewaren van de botanische diversiteit op zich heeft genomen, helemaal ten onder gaat.
De Belgische Unie - Union Belge, die zichzelf een centrumpartij voor nationale eenheid noemt sprak in dit verband over 'het symbool van de ramp van het taalfederalisme waardoor dit prachtige sieraad van het unitaire België staat te verkommeren.'




donderdag 23 april 2009

Liefde voor het Nederlands

Dat zelfs Franstaligen van het Nederlands kunnen houden bewijst Christophe Deborsu, een Waalse Belg. Dat geeft hij aan in een interview dat hij voor het Animatiecentrum voor de Talen gaf.

Wie is Deborsu?
Christophe Deborsu is een Wetstraatjournalist werkend voor de RtbF (Franstalig-Belgische zender) die vooral bekend werd door drie 'stunts' op televisie: 
hij was de man die meewerkte aan het legendarische programma 'Bye Bye Belgium', een nepjournaal waarin bekend werd gemaakt dat Vlaanderen zijn onafhankelijkheid had uitgeroepen;
hij was ook de journalist die Yves Leterme op 21 juli 2007 vroeg of hij de Brabançonne kon zingen, waarop deze La Marseillaise aanhief. Deze beelden waren tot in China te zien;
recent toonde hij het failliet van de beveiliging in de Belgische justitiepaleizen aan door er binnen te breken, 'geheime' documenten te raadplegen en er te overnachten;
ten slotte verraste hij eenieder door de finale te halen van het populaire Eén-programma 'De Slimste Mens ter Wereld'.

Het is dus interessant om eens te luisteren hoe deze Waalse journalist tegenover het Nederlands staat.

Het is een lego-taal
In het Nederlands kun je spelen met woorden. Door woorden van plaats te veranderen kun je een zin een andere betekenis geven. Er is het principe van de samengestelde werkwoorden die in twee delen uiteenvallen als ze vervoegd worden.  Daarenboven kun je met het Nederlands op een beknopte, kernachtige wijze iets uitdrukken. Dit alles geeft deze taal een Lego-gevoel mee.

Het Nederlands is een melancholische taal
Franstaligen kjiken nogal eens neer op de taal van Vondel. Sommigen beschouwen ze zelfs als een 'boerentaal'. Daarmee is Deborsu het helemaal niet eens. Hij weet niet waarom (misschien is het zijn levenservaring?) maar de wijze waarop het Nederlands klinkt doet een zekere melancholie in hem opborrelen.

Het Nederlands is de taal van de liefde
Een liefdesverhaal is altijd delicaat. Er kan zoveel gebeuren binnen een relatie. Het Nederlands kan dit perfect weergeven. Daarvan werd de journalist zich bewust toen hij Koen Wauters leerde kennen in de finale van 'De Slimste Man ter Wereld'. De zanger belichaamt perfect het mooie Nederlands doorheen zijn liedjes. Niet het Italiaans maar het Nederlands is de taal van de liefde.

Dialecten, tja…
De Waalse reporter schrikt wel even als hij op de trein de mensen dialect hoort praten. Dit klinkt heel wat minder elegant dan de standaardtaal, vindt hij, maar is dat in het Frans niet precies zo?

Wie het interview helemaal wil beluisteren kan dit op dit adres doen:


woensdag 22 april 2009

Interculturele praatcafés in Vlaanderen

We leven steeds meer en meer in een multiculturele wereld. Zowel in Nederland als Vlaanderen ontvangen we immigranten die behoefte hebben om de taal van het land onder de knie te krijgen. In Vlaanderen kunnen anderstaligen hun Nederlands in een praatcafé oefenen.

Waarom komen vreemdelingen naar ons land?
Er zijn twee redenen waarom mensen beslissen om hun land te verlaten en zich in een ander land te vestigen:
1. om politieke redenen: het vaderland is onveilig geworden, er is een autoritair regime aan de macht, men wordt vervolgd.
2. om economische redenen: men is in een uitzichtloze situatie gekomen en er zijn geen kansen meer in het eigen land om een menswaardig bestaan op te bouwen.

3. door familiale omstandigheden verhuist men naar een ander land.


Waarom willen vreemdelingen het Nederlands leren?
De meest voor de hand liggende reden is uiteraard omdat ze zich in het land willen integreren en hun kansen willen optimaliseren om aan werk te geraken.
Meer specifieke redenen zijn bijvoorbeeld: om zijn studies in het Nederlands te kunnen doen, om een cursus te kunnen volgen in verband met een hobby (meubels restaureren, een website maken, koken, breien…) om aan het sociale leven te kunnen deelnemen, om autochtone vrienden te kunnen maken, om zich te kunnen aansluiten bij een sportclub en dergelijke meer. 

Mogelijkheden
Er zijn tal van mogelijkheden om Nederlands te leren vandaag de dag: er worden officiële cursussen gegeven aan universiteiten en in scholen, taalscholen hebben specifieke cursussen ontwikkeld gericht op inwijkelingen, privé-organisaties zetten lessenreeksen op met behulp van vrijwilligers en er zijn een massa leraars die privélessen aanbieden.

Café Combinne
In Vlaams-Brabant kunnen anderstaligen het Nederlands dat ze via een cursus hebben geleerd oefenen in interculturele praatcafés. Café Combinne werd opgestart door de volkshogeschool Archeduc een drietal jaar geleden. Dit café staat open voor iedereen (dus ook Nederlandstaligen) die de behoefte heeft om over dagdagelijkse dingen te praten en te discussiëren in een ontspannen sfeer en met geïnteresseerde gesprekpartners. Deze ontmoetingen worden overdag georganiseerd op diverse plaatsen in het land.
In Vilvoorde wordt het tweejarig bestaan gevierd op 25 april, in Asse en Leuven is men al drie jaar aan de slag. Op 12 plaatsen in totaal zijn momenteel praatcafés van start gegaan.

Andere initiatieven
Dit idee wordt intussen overal in Vlaanderen én in Brussel met succes toegepast. In Brussel is er het praatcafé Babbelut dat anderstaligen aanmoedigt om een gesprek in het Nederlands aan te vatten, in Willebroek is het Willebroeks praatcafé actief, Café Couleur ten slotte ontvangt geïnteresseerden in Kortrijk. Dit zijn slechts enkel voorbeelden van een ruim aanbod dat slechts één doel voor ogen heeft: de anderstalige medeburger zo goed mogelijk in de maatschappij in te passen, wat zowel hen als de autochtone bevolking ten goede komt.



Taal: links naar de gepubliceerde artikelen

Wat is tussentaal in hemelsnaam?

maandag 20 april 2009

Auto met chauffeur voor de Brusselse huisartsen

Door het dalende aantal Nederlandstalige huisartsen in Brussel heeft elke arts gemiddeld één keer per maand wachtdienst. De invoering van een auto met chauffeur voor de arts kan de werkdruk verlichten. Het is een stap naar een betere Vlaamse dienstverlening.

Een service aan de Nederlandstalige artsen
In onze hoofdstad zijn slechts 54 Nederlandstalige geneesheren meer actief. Deze werden ingedeeld in drie wachtgebieden. Om hun werk wat te verlichten werd in november 2007 al de wachtpost Terrranova in de Asstraat nabij het Sint-Jansziekenhuis in het leven geroepen. En nu is er de auto met chauffeur. Als de arts 's avonds of tijdens het weekend opgeroepen wordt brengt deze de arts naar de patiënt. 's Nachts is dat een taxi. 
De twee wagens die ter beschikking worden gesteld zijn duidelijk herkenbaar aan de strips aan de zijkanten en de verlichting op het dak.
Eind januari werd het systeem al in twee wachtgebieden ingevoerd. Nu profiteert heel onze hoofdstad ervan.

Voordelen
Dit systeem heeft verschillende voordelen: vermits de arts niet meer naar een parkeerplaats moet zoeken of zijn gps instellen, is er minder tijdverlies, er is een verbeterde veiligheid wat vooral voor de vrouwelijke dokters een grote opluchting betekent (uit een onderzoek bleek dat 1 op 6 artsen al met fysiek of verbaal geweld werd geconfronteerd) en het doet de stress dalen. Terwijl hij naar zijn volgende patiënt wordt gereden kan hij reeds zijn verslag uitschrijven voor de behandelende huisarts, wat hem in een comfortabelere positie brengt.
En ook de patiënt heeft er alle baat bij, daar hij nu sneller geholpen wordt.

Vierde in de rij
Het betreft wel geen splinternieuw idee van de Brusselse politici. In Deurne werd een eerste project opgestart. Later werd het initiatief overgenomen in Gent en Turnhout tot grote voldoening van de huisartsen.

De Vlaamse Gemeenschap voorziet 100.000 euro voor het project, terwijl de Vlaamse Gemeenschapscommissie 50.000 euro inlegt. De eerste reacties zijn bijzonder positief.

zondag 19 april 2009

‘Zakenreis’ parlementsleden zet Wallonië op stelten

In tijden van economische crisis moet er door de bevolking bespaard worden. We zijn dit politieke discours gewoon en we leggen er ons bij neer, maar als er van overheidswege niet evenzeer bespaard wordt gaan de poppen aan het dansen. Zo blijkt in Wallonië waar enkele parlementsleden een 'snoepreisje' naar de Verenigde Staten organiseerden.

Waalse missie
In Wallonië is er heisa ontstaan naar aanleiding van een elfdaagse rondreis doorheen de Verenigde Staten die zeven Waalse parlementsleden tezamen met hun echtgenotes hebben ondernomen in de eerste helft van april. De deelnemers kwamen uit de drie traditionele politieke partijen: PS (Happart, Janssens, Van Cauwenberghe, Bayenet), CdH (Lebrun, Thissen) en MR (Dardenne). Voor elk parlementslid was er een onkostenvergoeding van circa 150 euro per dag voorzien. Deze parlementaire missie zou het Waals parlement een slordige 80.000 euro hebben gekost.

Doel van de reis?
Over de bedoeling van de reis bestond er grote onduidelijkheid en ook nu wordt er een mistgordijn gespoten. Parlementsvoorzitter José Happart legde er de nadruk op dat de delegatie op het hoogste parlementaire niveau werd ontvangen en dat zulke missies nu eenmaal de nodige parlementaire diplomatie opleveren. Zulke missies hebben als bedoeling werkrelaties met andere landen tot stand te brengen.

Feit is dat vier van de elf dagen voorbehouden waren voor officiële bezoeken terwijl de rest van de tijd uitstapjes werden georganiseerd en de bloemetjes werden buitengezet.


Kritiek
Gemeenschapsminister Christophe Collignon had bij het vertrek van de delegatie al gesproken over 'een foute inschatting'. Bij de bevolking begon zich een zeker ongenoegen te manifesteren en de respectieve partijvoorzitters tikten hun mandatarissen op de vingers. Enkele maanden voor de verkiezingen riskeren de partijen immers voor deze twijfelachtige uitgaven cash de rekening te moeten betalen.

Ik beken schuld
Toen de parlementsleden op 14 april voet op Belgische bodem zetten, vluchtten ze als dieven in de nacht langs een uitgang van de luchthaven die voor het protocol voorzien is om aan betogende burgers en de pers te ontsnappen. 
Onder toenemende druk van de politiek en de openbare opinie besloten de politici om de gemaakte onkosten terug te betalen, tot groot ongenoegen van José Happart die de hele opschudding niet begrijpt.  "Alle parlementaire instellingen organiseren dergelijke reizen", argumenteert hij, en "de regels hiervoor zijn al jaren vastgelegd."

Frappant was wel dat vijf van de zeven reizigers fin de carrière zijn en niet moeten vrezen voor hun job.

donderdag 16 april 2009

Kim Clijsters en haar tweede carrière

Einde maart 2009 sloeg het bericht in als een bom: Kim Clijsters zou opnieuw beginnen te tennissen! De verwachtingen waren hoog gespannen. Hoe zou Kim het stellen in haar voorbereiding op een tweede carrière? Snel bleek dat de tenisster nog niets van haar kunnen had verloren en in een mum van tijd leunde ze dicht tegen de top aan.


Gestopt

Op 6 mei 2007 maakte Kim Clijsters op haar website bekend dat ze zou stoppen met tennissen. Ze wilde trouwen met basketter Brian Lynch, die op dat ogenblik bij Bree speelde, en een kindje hebben. Dat ze van de ene blessure in de andere sukkelde waardoor ze niet al haar doelen kon verwezenlijken maakte het haar makkelijker om deze beslissing te nemen. Naar eigen zeggen verkoos ze een goede gezondheid en haar privéleven boven het grote geld dat ze nog had kunnen binnenhalen door nog een tijdje verder te doen.


Palmares

Nochtans kon Kim een mooi palmares voorleggen met één Grand Slam-overwinning (de US Open in 2005), twee Master-titels (2002, 2003) en 34 tornooizeges. Daarnaast behaalde met de Fed Cup-ploeg (met Justine Henin) de beker in 2005 en stond ze in 2003 twaalf weken als nummer één van het vrouwentennis. Ze werd jaar op jaar door haar collega’s verkozen tot vriendelijkste en sportiefste tennisspeelster in het circuit.

Iedereen herinnert zich het ontroerende afscheid in Antwerpen waar Kim tot tranen bewogen door een enthousiast publiek officieel het racket neerlegde.


Gezin

Op 14 juli 2007 trad ze in het huwelijk en op 27 februari 2008 werd haar dochter Jada geboren. Beide evenementen kregen de nodige aandacht in de pers hoewel haar vader er steeds voor zorgde dat alles binnen de perken bleef. Op haar huwelijk was er bijvoorbeeld geen pers aanwezig. Intussen overleed Lei Clijsters begin januari van dit jaar. Na zijn dood begon Kim als een bezetene te trainen. Blijkbaar wilde ze de laatste wens van haar vader respecteren en toen kwam de uitnodiging die haar helemaal over de streep trok.


Comeback

Immers even later kreeg Clijsters een uitnodiging om op Wimbledon tegen haar grote idool Steffi Graf een demonstratiewedstrijd te spelen. Ambitieus als ze is, begon ze als gek te trainen om zeker geen mal figuur te slaan. Met het trainen kreeg ze weer honger naar het competitietennis en van het een kwam het ander: ze besloot een comeback te maken met dien verstande dat ze haar gezin niet zou verwaarlozen. Haar man offerde zijn carrière op en besloot met het basketten te stoppen zodat hij voor hun dochtertje kan zorgen. Kim vroeg intussen een wildcard aan voor de Us Open en tornooien van Cincinnati en Toronto. Daarna zal ze een balans opmaken, want Clijsters is wel ambitieus genoeg om hoog te mikken en is niet tevreden met een vijftigste plaats op de wereldranking. Lukt dat niet zal ze daaruit de conclusies trekken.


De eerste wedstrijden

De wedstrijd tegen Graf werd gewonnen en in haar dubbel met Henman tegen het echtpaar Agassi-Graf trok ze eveneens aan het langste eind wat haar in haar voornemen om een goed niveau te halen sterkte. De exibitiewedstrijd tegen Michaella Krajicek de leading lady van het Nederlandse tennis, won ze zonder problemen. Haar eerste 'echte' wedstrijden in het tornooi van Cincinatti tegen Bartoli, Schnyder en Kutznetsova won ze op grootse wijze waaarna ze door het nummer één Safina werd uitgeschakeld. In Toronto kon ze opnieuw een top tien-speelster verslaan, Radwanska, maar Jancovic klopte haar nipt een ronde verder. Beide tornooien brachten tot uiting dat Kim er na tweeënhalf jaar non-activiteit al snel terug staat.


In de US-Open bewees Kim haar sterkte door het tornooi direct te winnen: ze klopte binnen enkele weken een tweede keer Bartoli , in de achtste finale stuurde ze Venus Williams naar huis, de grootste test tegen Serena Williams, dé speelster in vorm, die door het tornooi raasde, bracht ze ook tot een goed einde met uitstekend tennis en de finale tegen Wozniacki vormde evenmin een probleem. Hierdoor is ze meteen op de 19de plaats in de WTA-ranking terechtgekomen, enkele plaatsen boven de eveneens sterk presterende Yanina Wickmayer.


Alle spelers uit het circuit waren blij om haar terugkeer, niet alleen omdat ze het vrouwentennis meer kleur geeft in een periode dat er niemand echt bovenuit steekt, maar ook vanwege haar innemende persoonlijkheid. Afwachten of die positiviteit blijft als ze nog sterker wordt en sommige speelsters wat verder in de ranking terugdringt… :-)


2010

Het nieuwe jaar ging schitterend van start voor Kim die meteen het tornooi van [B]Brisbane[/B] (Australië) won door in de finale de eveneens teruggekeerde Justine Henin te verslaan. Een wedstrijd van hoog niveau.

Op De Australian Open echter werd ze echter al in de derde ronde onverwacht uitgeschakeld door Nadia Petrova met extreme 6-0 en 6-1-cijfers… Daarom besloot ze een rustperiode in acht te nemen om zich opnieuw te kunnen opladen. Voor de Fed Cup-ontmoeting tegen Polen zegde ze af.

Maar op het eerste tornooi waaraan ze weer deelnam daarna (Indian Wells) lag er er in de tweede ronde uit tegen een beresterke Kleybanova (6-4, 1-6, 7-6 (7-4) Een nieuwe streep door de rekening. Haalt Kim haar vroegere niveau nog of was de US-open een lucky punch?

Begin april kon Kim dan toch een einde stellen aan haar voorjaarsdip door met glans het tornooi van [B]Key Biscayne[/B] (Miami) te winnen na een veldslag tegen Henin (6-3, 4-6, 7-6 (8-6) in de halve finale en een makkelijk win in de finale tegen een onkennelijke Venus Williams (6-2, 6-1).



maandag 13 april 2009

Kibbelen over faciliteiten

Faciliteitengemeente is een typisch Belgische term die ingevoerd werd in 1964 toen er een compromis tussen Vlamingen en Walen werd gesloten met betrekking tot de indeling in taalgebieden in het land. Daar waar de heisa in Voeren met de afzetting van Happart langzaam uitdoofde en alles zich snel normaliseerde in de streek van Moeskroen-Ronse, blijft het rommelen in de Brusselse rand.

De aanvaarding van het Nederlands
In het onafhankelijke België was er maar één officiële bestuurstaal tot 1932: het Frans. Het duurde tot 1932 voor het Nederlands als bestuurstaal aanvaard werd. In hetzelfde jaar werd de Gentse universiteit volledig vernederlandst.
Er volgden enkele talentellingen die het taalkarakter van een gemeente moest bepalen.
De laatste officieel erkende talentelling vond in 1947 plaats en toen de (omstreden) resultaten (pas) in 1954 werden bekendgemaakt, werd besloten drie gemeenten een tweetalig statuut te verlenen: het betrof de gemeenten Evere, Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem. In vier Brussels randgemeenten werden faciliteiten voorzien voor de Franstaligen: Drogenbos, Linkebeek, Kraainem en Wemmel.
Na heel wat gepalaver in de periode 1961-1963 werd de taalgrens officieel vastgelegd op 1 september 1963, hetgeen betekende dat men de provincies zoveel mogelijk eentalig wilde maken. Alleen de provincie Brabant was tweetalig, maar dat werd op 1 januari 1995 hersteld door de provincie in een Vlaamse en Waalse provincie op te splitsen.

De geboorte van een Belgische term
Zo werden Vlaanderen en Wallonië dus duidelijk gescheiden entiteiten (en laten we gemakkelijkheidshalve het Brussels tweetalig gewest en de Duitstalige Oostkantons buiten beschouwing), maar ontstond er een probleem voor de gemeenten die zich aan de taalgrens bevonden: daar woonden immers zowel Nederlands- als Franstaligen. Hoe daar een regeling treffen? Zo werd de term 'faciliteitengemeenten' geboren. In gemeenten die overwegend Nederlandstalig waren maar waar minimum 30% Franstaligen woonden, werd de laatsten faciliteiten toegekend: men kon dus bestuurlijke zaken in zijn moedertaal laten afwikkelen indien men erom vroeg. 
Waar Franstaligen in de meerderheid waren en de Nederlandstalige inwoners minimum 30% vertegenwoordigden, kregen de Nederlandstaligen faciliteiten.
Een gelijkaardige regeling werd getroffen voor de Oostkantons met betrekking tot de Duitstaligen.

Problemen in de Voerstreek
De Voerstreek behoorde oorspronkelijk tot de provincie Luik maar werd bij de vaststelling van de taalgrens naar Limburg overgeheveld omdat Vlamingen er de meerderheid vormden. Als José Happart, Waals politicus, na een overwinning van zijn partij Action Fouronnaise burgemeester wordt, beginnen de conflicten tussen Frans- en Nederlandstaligen door de halsstarrige houding van de burgervader stilaan uit de hand te lopen. Er worden zelfs echte 'veldslagen' tussen extremisten van beide kanten uitgevochten. Met de afzetting van Happart op 30 september 1986 wegens niet-naleving van de taalwetgeving wordt een begin van een oplossing gevonden. Er volgen nog jaren van achterhoedegevechten maar mede door de talrijke Nederlandse inwijkelingen krijgen de Nederlandstaligen uiteindelijke het overwicht in de gemeenteraad en keert de rust weer.

Van het westelijk front geen nieuws
Aan de West-Vlaams-Henegouwse grens vielen er weinig incidenten te noteren. Plagerijen of pesterijen kwamen er haast niet voor en zowel in Ronse als in Moeskroen word je door de middenstand in de twee landstalen verwelkomd. Kleine dingetjes wijzen erop dat de taalgroep die de meerderheid uitmaakt op zijn strepen staat: zo bijvoorbeeld vind je in Moeskroen weliswaar tweetalige straatnaamborden, maar werd de Franse naam in grotere letters afgedrukt dan de Nederlandse. Waarop Ronse net het omgekeerde deed.

Rond Brussel woedt de strijd
Het pijnpunt bleef de Brusselse faciliteitengemeenten (Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wezembeek-Oppem, Kraainem en Wemmel). Deze waren van oorsprong Nederlandstalig en op het ogenblik dat de taalgrens werd ingevoerd woonden er slechts een beperkt aantal Franstaligen, maar door de massale inwijking uit Brussel en Wallonië keerde het tij zodat vandaag de dag in de meeste gemeenten een Franstalige meerderheid is gekomen. De bedoeling van faciliteiten was om de Franstaligen, die zich in een Nederlandstalige gemeente vestigden, een helpende hand te reiken om zich langzaamaan te integreren. Maar aangezien Franstaligen doorgaans moeite hebben met het accepteren van een andere taal, gebeurde dat niet, zodat de oorspronkelijke bedoeling van de regeling helemaal verloren ging en de Brusselse rand, die in het Vlaamse landsgedeelte ligt en dus in principe het Nederlands als voertaal heeft, compleet aan het verfransen ging. De 'olievlek van Brussel' breidt zich steeds verder uit en besmet nu ook verderop liggende steden en gemeenten zoals Vilvoorde, Zaventem, Machelen, Meise tot zelfs Halle toe.

Is zich aanpassen zo moeilijk?
Het is een kwestie van cultuur: de Vlamingen die zich einde van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw als fabrieksarbeider in het industriële Wallonië vestigden, integreerden zich perfect, omdat het nu eenmaal in de aard van een Vlaming ligt om zich aan te passen aan de streek waar hij woont. 
De Waal (bij uitbreiding de Franstalige) heeft die eigenschap niet en blijft zijn taal spreken, ook al bevindt hij zich in hartje Vlaanderen. Zo creëert hij een huizenhoog probleem omdat hij zijn halsstarrige houding weigert af te leggen. Als je de Franstalige logica volgt zouden er binnenkort beter faciliteiten voor Vlamingen moeten ingevoerd worden op Vlaams grondgebied!

Angst en verontwaardiging
De angst van de Vlamingen voor verdere verfransing van hun grondgebied staat hierdoor lijnrecht tegenover de eis van de Walen die het een fundamenteel mensenrecht vinden dat eenieder zijn eigen taal gebruikt waar hij zich ook vestigt. Hun verontwaardiging voor het hun aangedane onrecht blijkt uit het onderzoek dat ze van Europa eisten om zich als minderheid te laten erkennen en bepaalde rechten op te eisen. Drie rapporteurs gestuurd door de Raad van Europa kwamen de niet-benoeming van drie Franstalige burgemeesters in drie Brusselse faciliteitengemeenten navlooien.

Hoe komen we eruit?
Elke verkiezing is het dus hommeles in het Belgische huishouden en staan Vlamingen en Walen met getrokken messen tegenover elkaar. Extremistische partijen zoals het Vlaams Belang en NVA aan Vlaamse kant en het FDF aan Waalse kant slagen er telkens in om de andere partijen tot extremere standpunten te bewegen en uiteindelijk alle coalitiebesprekingen voor het vormen van een nieuwe regering steeds meer te bemoeilijken. Een oplossing voor een definitieve regeling van de faciliteiten (afschaffen voor de Vlamingen, permanent houden voor de Franstaligen) is nog niet voor morgen en zal politieke moed van beide kanten vereisen.




















Al de faciliteitengemeenten op een rijtje:

1.In het Nederlandse taalgebied met faciliteiten voor Franstaligen:
Mesen (2), Spiere-Helkijn (4), Ronse (5), Bever (7), Herstappe (15), Voeren (16)
Brusselse regio: Drogenbos (9), Linkebeek (10), Sint-Genesius-Rode (11), Wemmel (12), Kraainem (13), Wezembeek-Oppem (14)  

2.In het Franse taalgebied met faciliteiten voor Nederlandstaligen:
Comines-Warneton (Komen-Waasten) (1), Mouscron (Moeskroen) (3), Flobecq (Vloesberg) (6), Enghien (Edingen) (8)

3. In het Franse taalgebied met faciliteiten voor Duitstaligen:
Malmedy (17), Waimes (18)

4. In het Duitse taalgebied met faciliteiten voor Franstaligen:
Lontzen, Raeren, Eupen, Kelmis (19-22), Burg-Reuland, Sankt-Vith, Amel, Bütgenbach, Bülingen (23-27)