zaterdag 29 december 2012

Heeft Rubens er een nieuw schilderij bij?

In het State Museum of Fine Art in Irbit, Rusland, werd een nieuw origineel werk van Rubens ontdekt, dat oorspronkelijk als kopie werd bestempeld. 'Maria rouwend met haar zuster Martha' is daardoor een nieuw trekpleister geworden voor het kleine museum.

Irbit in de Oeral
Irbit is een stadje van nog geen 40.000 inwoners in Centraal-Rusland dat een dikke 250 kilometer van de meest nabije grote stad Yekaterinaburg ligt.
Naast het Nationale Motorfietsmuseum is het State Museum of Fine Art het paradepaardje van het stadje. Het is gespecialiseerd in gravures. In de collectie vind je werk van Italiaanse, Nederlandse, Vlaamse, Duitse, Franse, Engelse, Spaanse, Zwitserse, Oostenrijkse, Poolse, Bulgaarse en Noord-Amerikaanse kunstenaars. Zo vind je er werk van Albrecht Dürer tot Franciso Goya. Ook vele Russische kunstenaars zijn er vertegenwoordigd.

Sensationele ontdekking
Midden november kondigde Valery Karpov, de directeur van het museum, aan dat er een nieuw origineel schilderij van Rubens was ontdekt. 'Maria rouwend met haar zuster Martha' werd oorspronkelijk beschouwd als een kopie van het werk dat momenteel in het Kunsthistorisch Museum van Wenen wordt tentoongesteld, maar tijdens de restauratie bleek dat het eigenlijk een origineel schilderij van de bekende Vlaamse kunstenaar betreft. Op het schilderij zie je een wenende Maria Magdalena en haar zus Martha: weent Maria Magdalena omdat ze na een zondig leven berouw betoont of is het omdat ze het graf van Jezus leeg heeft aangetroffen?

Restauratie
Antonina Nasedkina, kunstrestaurator, vertelt hoe ze tot de conclusie zijn gekomen dat het om een echte Rubens gaat: "Ze droeg een goudkleurige jurk, geel en met vernis donkerder gemaakt alsof het met een waas was bedekt. Toen we de vernis wegnamen bleek de jurk in een koude zilverkleur geschilderd. Het was een totaal verschillende tint en het veranderde ook totaal de sfeer van het schilderij. Het opende de weg naar meer nuances, subtiliteiten."

Door het vuil dat zich door de eeuwen heen op het schilderij had opgestapeld en de oude vergeelde vernis waren zelfs de tranen van Maria Magdalena niet meer te zien. Volgens Karpov kon niemand de ogen van een personage nooit zo mooi geschilderd hebben als Rubens. Geen van zijn leerlingen slaagde er ooit in om hem dat na te doen. Ook vond men de typische schilderstijl van Rubens terug voor de weergave van Magdalena's gelaat en haar armen. Daardoor was het zonneklaar dat een groot deel van dit werk alleen maar door de meester zelf kon zijn geschilderd. In bepaalde elementen herkent men echter wel de hand van Jordaens en van Dyck, beweert Victor Korobov, hoofd van de restauratieafdeling.
Geen kopie
In vergelijking met het werk in Wenen zijn er een aantal verschillen in de details. Zo is de rouwende Magdalena van Irbit levendiger, het gezicht is nobeler en het haar heeft de typische goudkleur van Rubens.
Het is trouwens bekend dat Rubens vaak verschillende versies van hetzelfde schilderij maakte, tot zelfs acht keer, en leerlingen als Antoon Van Dyck de opdracht gaf hem hierin bij te staan. Hijzelf zorgde dan voor de afwerking en het invullen van de details.
De werken in Wenen en Irbit kunnen echter geen kopies van elkaar zijn vermits er te duidelijke verschillen zijn, bijvoorbeeld wat betreft het haar van Maria Magdalena, de vorm van haar gezicht, de weergave van het haar en bepaalde voorwerpen om haar heen.
Geschiedenis van het schilderij
Het schilderij, dat omstreeks 1615-1620 tot stand kwam, zou aan het einde van de negentiende eeuw toebehoord hebben aan een leraar in een militaire academie, waarna het door de Bolsjewieken in de twintigste eeuw werd opgeëist en in 1931 geschonken aan het Hermitage Museum in Sint-Petersburg. 44 jaar later werd het in bruikleen gegeven aan het kleine museum Irbit. Omdat het in slechte staat verkeerde werd het in de archieven opgeborgen. In 2011 werd begonnen met de restauratie, onder andere dankzij de steun van het Hermitage Museum en enige subsidie van de overheid.
Of de conclusies die getrokken werden kloppen, moet nog worden uitgezocht. Ben van Beneden, directeur van het Rubenshuis in Antwerpen, is eerder sceptisch en steunt daarvoor vooral op het feit dat de zuster van Maria Magdalena onbeholpener is geschilderd. Of er al dan niet een bevestiging komt van deze sensationele ontdekking maakt niet uit voor de Hermitage, die reeds beloofde het werk niet te zullen terugvragen.

  

    

dinsdag 25 september 2012

Een tweede Lof der Zotheid was leuker geweest

In 2006 schreef Monika van Paemel een pamflet getiteld 'Te zot of te bot'. Hierin beschrijft ze hoe de nuchtere Nederlander en de gemoedelijke Belg tot onherkenbare, onverdraagzame burgers zijn geworden. Centraal stelt de auteur het probleem van de multiculturele samenleving en hoe we daarmee omgaan. De autochtone burger die zich door de overheid in de steek gelaten voelt, steekt zijn voet wrokkig tussen de deur.

Je valt niet achterover
Is dat nieuw? Spat haar tekst als een aardbeientaart in ons gezicht uiteen? 
Jammer genoeg is dat niet het geval. De dingen die zij te berde brengt heb ik al lang kunnen constateren, net zoals de bakker, de buschauffeur of de verpleegster die niet constant lopen te slaapwandelen.

Dat extreme standpunten verkondigen vaak voortkomt uit een gebrek aan kennis en dat de vrijwaring van de vrijemeningsuiting noodzakelijk blijft om extremisten van antwoord te kunnen dienen is niet direct een innovatieve gedachte. Dat men in naam van een religie  of ideologie niet mag vernietigen met woorden of wapens is de evidentie zelf. En zo kan ik nog wel enkele uitspraken opsommen waarmee je open deuren intrapt. Van Paemel catalogeert wat reeds algemeen geweten is, ook al dateert de tekst van zes jaar terug. De problematiek is niet jong. De analyses evenmin.

Haar Nederlandse vriendin Katrijn herkent ze naar eigen zeggen niet meer: ook zij ruilde haar lieve zelf in voor sjagrijn en zuurdesem. Zij zweerde af wat ze voordien met verve verdedigde. Waar gaat dit naartoe, vraagt de auteur zich af, waarop ze de discussie aangaat.

Van Paemel ergert zich aan het sneren en schelden op haast alles wat beweegt, ook door de progressieve medemens, aan de hypocrisie van de ruimdenkenden die plots heel wat minder ruimdenkend blijken als ze zelf betrokken partij raken, aan de islamitische gemeenschap die niet adequaat reageert op haar zonen, die kleine tirannen. Nu ja, zij is niet de enige.

Reikt ze oplossingen aan vraag je je dan af?
Ik ben me ervan bewust dat een uitweg zoeken niet evident is. Waar politici, onderzoekers en de knapste koppen in de Lage Landen -en daarbuiten- zich al decennia het hoofd over breken, los je niet in een vingerknip op en ik waag me niet op deze slappe koord. Het grote verschil is evenwel dat ik geen pamfletten schrijf en niet de ambitie heb om maatschappelijk te willen wegen.
Voor onze literaire prinses is het zonneklaar: "we zijn de weg kwijt en slaan door" (blz. 7) en verliezen ons in zelfzuchtige reacties waardoor de reële problemen en de zwaarwegende ongelijkheden in onze graaicultuur onder de mat worden geveegd.

Zou het dan niet sympathiek zijn mocht ze ons enkele ideeën aanreiken hoe die weg terug te vinden of een indicatie geven in welke richting we ons moeten begeven? Het pleidooi voor redelijkheid en begrip uit de inleiding strandt op wat onderhuids gemoraliseer als "dat je niet kunt verwachten dat een vreemdeling je taal aanvaardt als je haar zelf verbastert" (blz. 12of "immigratie is zo oud als de mensheid, het inschikken en aanpassen is nooit rimpelloos verlopen, maar het hoeft geen uitzichtoos conflict te worden, integendeel, alle partijen kunnen er hun voordeel bij doen" (blz. 26en uithalen naar 'ons', Belgen, die medeverantwoordelijk zijn voor wat er fout loopt: "omdat we de opvoeding verwaarlozen, omdat we partijen steunen die onverdraagzaamheid propageren, omdat we onze eigen waarden niet naleven" (blz. 61).

En ja, ze geeft de richting aan door haar eigen gedrag: niet toegeven aan terreur of angst; nee aan de hoofddoek als symbool van onderdrukking. Is dat het dan? De etiquette voor de multiculturele samenleving waarnaar de achterflap verwijst valt eerder magertjes uit.

Te zot of te bot
Dit alles onder de noemer van 'te zot of te bot'. Het loopt als een rode draad door de tekst: een dialoog mag niet te zot of te bot; columns, spot- of smaadschriften mogen al een keer te zot maar nooit te bot; voor onszelf zijn we te zot, voor de anderen te bot. Het neigt naar ludiciteit, maar toch ademt dit pamflet onvoldoende Erasmiaanse zotheid. Een Tom Lanoye-toets zou een en ander frivoler en minder zeurderig hebben gemaakt. Bot hoefde het sowieso niet te zijn, want botheid leidt tot weerspannig gedrag en daar hebben we al meer dan genoeg van. Vraag het maar aan bovengenoemde buschauffeur of verpleegster. 
Van de Grand Old Lady onzer letteren had ik toch een ietsje meer verwacht.

Te zot of te bot, Pamflet, Querido, 2006, 63 blz.

donderdag 12 april 2012

Welke spaarrekening is het interessantst?

Belgen zijn spaarders. Ondanks de lage interesten blijven ze massaal in het spaarboekje geloven. Zal dat zo blijven nu enkele banken nogmaals de rente hebben verlaagd en deze op een historisch dieptepunt is beland? Of zullen ze uiteindelijk toch naar een alternatief op zoek gaan om niet nog meer geld te verliezen ten gevolge van de inflatie?


Belgen sparen
Eind januari 2012 bleken de Belgen een slordige 222 miljard euro op een spaarboekje te hebben staan. De Nationale Bank rekende uit dat in een maand tijd 3 miljard euro extra op een spaarrekening was gestort en dit niettegenstaande de alarmerend lage interesttarieven. Nu enkele banken begin april die rente hebben verlaagd en de hoogste aanbieders nu zelfs onder de 3% blijven, verliest de gemiddelde spaarder geld aangezien de inflatie op jaarbasis 3% bedraagt.

Door de besparingsmaatregelen van de regering Di Rupo is de Belg nog extra voorzichtig geworden. De Belgische regering ontzag gelukkig de spaarboekjes en blijft de fiscale vrijstelling behouden.

De rente blijft zakken
Begin april raakte bekend dat marktleider BNP Paribas Fortis de rente op zijn spaarrekeningen verlaagde. Dit betekent dat het klassieke spaarboekje nog slechts 1% opbrengt, te weten 0,75% basisrente en 0,25% getrouwheidspremie. De bank verlaagde de basisrentes globaal tussen de 0,2 en 0,25% bij een gelijke getrouwheidspremie.
In het spoor van BNP Paribas Fortis verlaagden ook Belfius,
Landbouwkrediet, Centea, Citibank en BKCP de rente op hun klassieke spaarboekje zodat ze ten opzichte van elkaar op ongeveer hetzelfde niveau blijven.


Wat te kiezen?

Ofschoon je je de vraag kunt stellen of het nog loont om je geld op een spaarrekening te parkeren, heeft de doorsnee Belg geen vertrouwen in andere beleggingsmogelijkheden. Vandaar dat de consumentenorganisatie Test-Aankoop zijn keuze bekendmaakte van banken die de beste voorwaarden aanbieden. Zo kan elkeen voor zichzelf uitmaken of hij al dan niet bij zijn eigen bank blijft of de overstap maakt naar een andere.

Ziehier het lijstje:


Ziehier het lijstje:


Bank
Soort rekening
Basisrente
Getrouwheidspremie
Totaal opbrengst
NIBC
NIBC Direct Spaarrekening
2%
0,50%
2,50%
Fortuneo Belgium
Fortuneo Plus
1,90%
0,45%
2,35%
Rabo Spaarrekening
1,90%
0,40%
2,30%
BKCP
BKCP Excellence
1,65%
0,40%
2,05%
Keytrade Bank
Azur
1,65%
0,40%
2,05%
Optima
Spaarrekening Plus
1,55%
0,50%
2,05%

Nog drie soorten rekeningen werden eraan toegevoegd, maar hieraan werd wel een beperkende voorwaarde gekoppeld: men moet zijn spaargeld er voor minimum twaalf maanden op plaatsen:


Bank
Soort rekening
Basisrente
Getrouwheidspremie
Totaal opbrengst
NIBC
Directe Getrouwheidsrekening
1,50%
1,50%
3,00%
Fortuneo Belgium
Fortuneo Plus Fidelity
1,25%
1,50%
2,75%
Rabo Plus Account
1,25%
1,50%
2,75%


Schrijf mee met InfoNu!

donderdag 5 april 2012

De Tram Experience in Brussel

Wie Brussel eens op een originele manier wil doorkruisen reserveert best een plaatsje voor de Tram Experience. In het kader van het jaar van de gastronomie degusteer je aan boord van een hightechtram een driegangenmenu, terwijl je door de mooiste straten van de Belgische hoofdstad rijdt.

Brusselicious
2012 werd in Brussel uitgeroepen tot het jaar van de levenskunst en de gastronomie. De toeristische dienst VisitBrussels organiseert daarom het hele jaar door tal van culturele activiteiten zoals een fritkotwandeling, demonstraties, bezoeken aan ateliers, tentoonst
ellingen, etentjes in open lucht en originele degustaties.
Kers op de taart is de Tram Experience, waaraan de MIVB en Electrolux hun medewerking verlenen.

De Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel stelde een type 7700-tram uit 1975 ter beschikking, speciaal opgeleid p
ersoneel en haar infrastructuur. Electrolux, producent van huishoudelijke apparaten, verzorgde de inrichting en uitrusting van de restauranttram. A&B Project zorgde voor een sneeuwwit decor met een eigentijdse aankleding, een imitatiehouten vloer en blauwe neonverlichting. De inrichting verwijst uitdrukkelijk naar de Scandinavische roots van Electrolux.
Deze firma had trouwens al ervaring met dergelijke projecten, vermits ze de drijvende kracht was van The Cube, het restaurant dat in 2011 drie maanden lang op de Triomfboog van het Jubelpark prijkte.

Sightseeing met vork en mes
Doel van dit project is de binnen- en buitenlandse toerist een unieke ervaring te bezorgen: gedurende een twee uur durende rit doorheen de straten van Brussel kan hij typisch Belgische gerechten proeven op basis van recepten van zes verschillende tweesterrenkoks. De gerechten worden samengesteld met kwaliteitsvolle lokale producten die aan de seizoenen
worden aangepast. Elke kok brengt zijn persoonlijke toets aan en chef en menu worden om de twee weken vernieuwd. Voor de praktische uitvoering staat meesterkok Dennis Robert garant van traiteurservice Les Garrigues uit het Waalse Chaumont Gistoux.
Lionel Rigolet (Comme chez Soi, Brussel)
Sang-Hoon Degeimbre (l'Air du Temps, Eghezée)
Bart De Pooter (De Pastorale, Reet)
Pascal Devalkeneer (Le Chalet de Forêt, Ukkel)
Pierre Résimont (l'Eau Vive, Profondeville)
Thierry Theys (Nuance, Duffel
)

Praktisch
Voor 75 euro per persoon krijgen de
gasten een driegangenmenu voorgeschoteld met aangepaste wijnen. Men heeft recht op twee glazen champagne, twee glazen witte en twee glazen rode wijn.

De tramrit kan elke dag worden gemaakt. V
an maandag tot donderdag is het vertrek om 20 uur voorzien, op vrijdag en zaterdag om 18.30 uur en 21.30 uur en op zondag om 12 uur.
De tram rijdt u schokvrij van het Poelaartplein, waar u voor het Justitiepaleis opstapt, langs de luxueuze Louizalaan naar het Flageyplein en dan via het Trammuseum aan de Tervurenlaan verder door naar Bosvoorde. Via het station van Boondaal en het Sterreplein wordt dan naar het uitgangspunt aan het Poelaartplein teruggekeerd.

Het hele jaar door kan er gereserveerd worden. Als u weet dat er voor de eerste rit op 2 maart 2012 niet minder dan tweeduizend geïnteresseerden waren en dat er slechts zeven tafels voor twee personen en vijf tafels voor vier beschikbaar zijn, kunt u zi
ch voorstellen dat tijdig reserveren is aangeraden. Op de website is reserveren online mogelijk.

Waar Brussel de mosterd haaldeHet ludieke concept dat Brussel zijn bezoekers aanbiedt is uniek in Europa, maar niet helemaal origineel. Immers in Melbourne rijdt het Colonial Tram Car Restaurant al sinds 1983 doorheen de straten van Australiës tweede grootste stad. In het chique
kader van een Victoriaans ingericht tramstel kan de toerist genieten van een door kokchefs klaargemaakte maaltijd overgoten met de beste Australische wijnen. Je kan wel naar buiten kijken, maar nieuwsgierige voorbijgangers kunnen evenwel niet naar binnen kijken.
Deze attractie werd al vier keer de National Tourism Award toegekend.

In navolging van Melbourne werd ook in het Nieuw-Zeelandse Christchurch een gelijkaardig project gelanceerd. In in koloniale stijl gerenoveerde oude trams worden typisch lokale gerechten geserveerd. In het Christchurch Tramway Restaurant heb je de keuze tussen vier- of vijfgangenmenu's terwijl je een toeristische rondrit door de Europees getinte stad maakt.



Schrijf mee met InfoNu!


maandag 2 april 2012

De charme van kleine theatertjes en twee geboren acteurs

Theater kan zo mooi zijn. Zeker als het gespeeld wordt door twee door de wol geverfde acteurs. Dat is het geval met 'Achter de wolken', een schitterende voorstelling over ouder worden en de gevolgen voor relaties. Is er nog hoop als je zeventig bent?

De intimiteit van 't Arsenaal
Ik prijs de hemel dat er in Vlaanderen kleine zaaltjes zijn. Ik heb een soort pleinvrees voor concertkathedralen waar een massa mensen het idool van hun dromen kunnen gaan aanschouwen. Soms ben je verplicht om ze te betreden als je een internationaal gerenommeerde artiest aan het werk wil zien. Dat was bijvoorbeeld het geval met Paul McCartney in het Sportpaleis te Antwerpen.
Ook wat toneel betreft geef ik de voorkeur aan de intiemere zaaltjes waar je als het ware bij de acteurs op theevisite gaat. Liever dat dan een stuk bekijken met een toneelkijker bij de hand en het hoorapparaat op maximum.

Een van die leuke, kleine zaaltjes is 't Arsenaal in Mechelen. Tot 2001 heette dat het Mechels Miniatuurtheater, zowat het bezit van de gebroeders Verreth, bij uitbreiding de Kollega's. Ofschoon de toegang tot de zaal wat nauwtjes is en je niet bang van wat trappen mag zijn, er een verdufte geur hangt alsof airco nog niet is uitgevonden en je wat geluk moet hebben dat er op jouw rij geen zwaargewichten twee zitplaatsen innemen zodat de doorlopende bank volstaat voor het aantal gereserveerde plaatsen, is dit compleet mijn ding en dus uitermate geschikt om een intiem stuk als 'Achter de wolken' te gaan bekijken.

Achter de wolken
Huisregisseur, directeur en artistiek leider Michael De Cock schreef dit aandoenlijke stuk voor twee iconen uit de Vlaamse toneelwereld, Chris Lomme en Jo De Meyere.

Het is het verhaal van twee oudere mensen die hun partner hebben verloren en elkaar na 43 jaar opnieuw ontmoeten op initiatief van de man die zijn eerste grote liefde nooit uit zijn hoofd heeft kunnen zetten. Ze gaan een kamerrelatie aan, maar het verleden blijft in hun gesprekken constant aanwezig. Het zit achter de wolken en duikt regelmatig op net zoals de meeuwen bij hun eerste ontmoeting.

Het is een thema dat over het hele stuk hangt. Kunnen mensen op oudere leeftijd die getekend zijn door het leven en gebukt gaan onder een hele resem emoties nog onbevangen iets nieuws aanvatten? Of zal de drang naar gezelschap, liefde en geborgenheid het halen van het diep gestockeerde leed, het schrijnende verlies?
Een man heeft behoefte aan een vrouw, een vrouw aan een man om de eenzaamheid te doorbreken, de angst voor het zwarte gat, het niets, de uitzichtloosheid van het bestaan.

Het is een thema dat de veertigjarige De Cock dermate intrigeert dat hij het als hoofdthema in het stuk heeft verwerkt en het expliciet door zijn hoofdpersonages laat verwoorden.

Twee rasacteurs ontmoeten elkaar
Het verhaal van 'de oudjes' -die trouwens nog steeds kwiek en energiek over de planken lopen en huppelen- is op het lijf geschreven van de twee rasacteurs Lomme-De Meyere. Voor het eerst in hun carrière staan ze tot wederzijdse vreugde samen op de planken. Film en televisie hadden ze al samen gedaan maar voor een live-publiek, dat niet.

Met hun carrièrelange ervaring maken ze van dit bij momenten poëtische stuk een beklijvende voorstelling waarin tederheid, speelsheid, vreugde en verdriet als spelende kinderen over elkaar heen rollen. Opvallend is de présence van De Meyere die een prachtig Nederlands hanteert, geprononceerd declameert zodat geen lettergreep je ontgaat, rustig, zelfverzekerd, je inpalmend met zijn woorden. Lomme blijft de Lomme die we kennen, een vrouw met klasse, wel wat onhandig lopend op haar rode pumps maar nog steeds de femme fatale belichamend in een spel van aantrekken en afstoten.

En dan heb je de nabijheid van de acteurs. Het is heerlijk om weten dat een man als Jo De Meyere op een ogenblik van onoplettendheid op je tenen zou kunnen gaan staan of de sensuele adem van la grande dame Lomme je aangezicht zou kunnen beroeren.
De breekbaarheid van een door weer en wind geteisterd koppeltje dringt doorheen je kleren. Toneel maar tegelijkertijd het leven zelf.
Heerlijk toch die kleine theatertjes.


Schrijf mee met InfoNu!