vrijdag 26 februari 2010

Kamers vol met kunst

Mensen die trots als een pauw hun luxewoning tonen of een verzameling munten of hun unieke juwelen om te bewijzen hoebelangrijk ze wel zijn… We kennen het allemaal. In vroegere tijden bekwam de rijkere medeburger aanzien door zijn verzameling schilderijen te tonen. Hierdoor werd een nieuw genre in de schilderkunst geboren: de kunstkamer. Oorspronkelijk een typisch Antwerps genre uit de Gouden Eeuw.
Oorspronkelijk een Antwerps genre
De kunstkamer als genre ontstond in het begin van de zeventiende eeuw in Antwerpen. Het waren schilderijen die het interieur van een kamer in het huis van een welvarende burger weergaven. De kamer hing vol met schilderijen, soms met de werkelijke schilderijen van de trotse bezitter, soms met fictieve schilderijen om de kunst van de tijd te weerspiegelen of om de ideale kunstcollectie uit te beelden. Het waren als het ware kleine musea der schilderkunst waarop vaak de lof der schilderkunst werd bezongen. Natuurlijk vond je ook bustes en beelden in die protserige kamers. Doorgaans zag je er converserende mensen, vaak mensen uit de kunstwereld, de wetenschappen of de politiek op afgebeeld die de getoonde schilderijen becommentarieerden.

Brueghel de Oude en Francken
De eerste schilders die het genre beoefenden waren Jan Brueghel de Oude (1568 - 1625) en Frans Francken de Jonge (1581 - 1642). Zij vonden zich goed terug in het genre omdat ze ervan hielden de kleinste details weer te geven. Brueghel introduceerde op deze schilderijen allegorieën van de zintuigen en van de schilderkunst.

Van Haecht
Een andere belangrijke vertegenwoordiger van deze stroming was Willem van Haecht (1593 - 1637). Hij was conservator van de bekende kunstverzamelaar Cornelis van der Geest (1555 - 1638), een rijke koopman. Zijn kunstkamers (foto) vulde hij met fictieve werken omdat hij een idee wilde geven van de kunstrijkdom van zijn tijd. Tevens vind je talrijke verwijzingen naar het artistiek-culturele leven van dat ogenblik terug. Hij schilderde er vier, maar eentje is verloren gegaan.

Teniers de Jonge
David Teniers de Jonge (1610 - 1690) wordt beschouwd als de ontwerper van geschilderde inventarissen. Hij bracht het genre buiten de Antwerpse stadsmuren. Hij was hofschilder van aartshertog Leopold Wilhelm, regent van de Zuidelijke Nederlanden in Brussel. In zijn kunstkamers schilderde hij diens kunstcollectie. Door het feit dat deze werken werden geschonken aan koningen en andere vooraanstaande personaliteiten werd het genre geïnternationaliseerd. In zijn 'Theatrum Pictorum' maakte hij als eerste een beeldcatalogus van de verzameling van Wilhelm. Veertien prentenmakers zorgden voor etsen van 243 schilderijen. Deze catalogus werd in het buitenland verspreid.

Coques
In het laatste deel van de zeventiende eeuw was de populaire portretschilder Gonzales Coques (1614-18? - 1684)de initiatiefnemer van groepswerken in het genre. Op zijn kunstkamers waren verschillende meesters verantwoordelijk voor de miniatuurtjes. Zo werden deze werken een staalkaart van de Antwerpse schilderkunst. De meest bekende medewerkers waren Rubens, Van Dyck en Jordaens. Ook populaire schilders uit die tijd verleenden hun medewerking. Voor het schilderij 'Interieur met figuren te midden van een schilderijenverzameling' bijvoorbeeld, waaraan vijf jaar werd gewerkt, namen meer dan twintig Antwerpse meesters deel.

Tentoonstelling Antwerpen-Den Haag
Een tentoonstelling met de hierboven aangehaalde kunstenaars is nog te zien in het Rubenshuis te Antwerpen tot en met 28 februari 2010 waarna ze naar het Mauritshuis in Den Haag verhuist, waarmee trouwens werd samengewerkt. Daar is de tentoonstelling in licht gewijzigde vorm te zien tussen 25 maart en 27 juni.
Op de website van het Rubenshuis (www.rubenshuis.be) vind je gedetailleerde informatie over enkele werken.

zaterdag 20 februari 2010

Raymond zestig

Je kunt het niet romantischer bedenken: Raymond van het Groenewoud, die van 'Je veux de l'amour' zijn lijflied maakte, vierde zijn zestigste verjaardag op Valentijnsdag. Hij werd op passende wijze gevierd in de oude cinema Roma in Antwerpen door collega's, vrienden, familie én geliefde.


Begin van de carrière
Raymond, zoals hij door Vlaanderen gemeenzaam genoemd wordt, begon zijn muzikale carrière als basgitarist in het balorkest van zijn vader, maar zette zijn eerste échte stappen in de showbusiness als gitarist van dat andere Vlaamse fenomeen Johan Verminnen in het begin van de jaren zeventig. Al vlug besefte hij dat zijn plaats niet in een begeleidingsband was maar dat hij over voldoende creativiteit beschikte om zelf in de spots te staan. Louisette werd geboren, een groep met onder andere Erik Van Neygen, die later zelf solo zou uitpakken. Met deze groep nam hij 'Maria Maria, ik hou van jou' op, wat een fel gesmaakt nummer op optredens werd.

De eerste successen
Een eerste bescheiden succes haalde hij met de LP 'Je moest eens weten hoe gelukkig ik was'. Mich Verbelen, Stoy Stoffelen en Jean-Marie Aerts begeleidden hem als Bien Servi. Toen de nieuwe groepsnaam The Millionaires werd had Jean Blaute de plaats van Aerts ingenomen. 'Bleke Lena' was intussen een eerste hit geworden. Op zijn volgende album 'Ik doe niet mee' (1975) vind je een typisch voorbeeld van de wel heel eigen humor van Van het Groenewoud in 'Ik wil de grootste zijn'.

Je veux de l'amour
De artiest herdoopte zijn groep tot The Centimeters. 1977 was het jaar van de grote doorbraak met zijn album 'Nooit meer drinken' waaruit zijn monsterhit 'Meisjes' voortkwam. Op het festival van Torhout-Werchter eind van de jaren zeventig bewees hij voor een groot publiek wat voor een showbeest hij wel was. Op het Pinkpopfestival nam hij ook het Nederlands publiek voor zich in en met 'Je veux de l'amour' was het hek helemaal van de dam: het werd een gigantisch succes.

Icoon, controversie en hernieuwd liefdesgeluk
Er volgden nog verschillende hits waaronder de gospel 'Liefde voor muziek' dat nummer 1 werd in zowel België als Nederland. In 2002 werd het in 1978 gecomponeerde 'Vlaanderen boven' het officiële feestlied van de Vlaamse Gemeenschap voor de vieringen van 11 juli. Raymond zorgde voor controversie met het anti- Amerikanummer 'Weg met Amerika' dat hem een klacht bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding opleverde, en engageerde zich politiek met de 'Wappersong' een Nederlandstalige versie van 'Don't look back' (Peter Tosh en Mick Jagger). Meer dan tien jaar lang sloot hij de Gentse Feesten af (laatste keer 2005).
Na de scheiding van zijn vrouw Mie van wie hij drie zonen kreeg, ging hij een relatie aan met Sigrid Spruyt . Hij huwt de VRT-journaliste op 6 augustus 2009.

Een duizendpoot
Raymond wordt algemeen geapprecieerd voor de verscheidenheid van zijn thema's en de muzikale variatie in zijn oeuvre: hij kan rocken als de pest (Maria), ironisch uit de hoek komen (Italianen), politieke bijten (Amerika), de romantische snaar beroeren (Danielle) zowel als een klassiek dansgenre persifleren (Cha cha cha) als zijn liefde voor zijn land bezingen (Brussels by Night). Zijn teksten bevatten knipogen, zijn doorspekt met ironie en geregeld vrolijk van karakter maar kunnen evengoed ingetogen en emotioneel zijn. Ze beschrijven vaak het grappige (en minder grappige) gedrag van het specimen 'mens'.

Zestig jaar
De talloze facetten van deze muzikale duizendpoot, officieel 'singer-songwriter', met een carrière van veertig jaar, werden uitgebreid belicht op het verrassingsfeest dat op zijn verjaardag door Radio 1 in Roma georganiseerd werd. Voor een heterogeen publiek brachten bekende namen als Koen Wauters, Bart Peeters, Will Tura en Marc Didden hulde aan het Vlaamse icoon.

donderdag 18 februari 2010

Dag nonkel Bob, rust zacht

Voor vele Vlamingen die opgroeiden in de jaren vijftig en zestig is op 16 februari een icoon heengegaan. Inderdaad, Bob Davidse, beter bekend als Nonkel Bob, overleed aan darmkanker in het Erasmusziekenhuis in Antwerpen.

Vrolijke vrienden
Vlaanderen heeft een zangcultuur die voortkomt uit haar katholieke verleden. Een heleboel Vlaamse jongeren groeiden op bij de scouts waar er niet alleen bosspelletjes gespeeld werden maar ook rond het kampvuur werd gezongen. Dé grote kraker uit die tijd was 'Vrolijke vrienden', het bekendste nummer dat Nonkel Bob ooit componeerde en de kinderen aanleerde. Wie 'Nonkel Bob' zei dacht meteen aan 'Vrolijke vrienden', een lied dat populairder was dan het Belgische volkslied, zoals Davidse eens lachend beweerde.
Toch componeerde Davidse ook nog meer dan 800 liedjes die hij onder andere op enkele LP's vereeuwigde. Een ervan vind je hier:

Nationale boyscout
Bob Davidse zette eigenlijk zijn eigen ervaringen bij de scouts om bij de televisie waar hij een soort van nationale scoutsleider werd. Hij startte het jeugdprogramma 'Kom maar eens kijken' op de Vlaamse televisie (toen nog Belgische) in 1955. Hij ging uit van het principe: 'Laat de kinderen voluit kind zijn en hun kindzijn beleven en val ze vooral niet lastig met de problemen van de wereld". Tezamen met 'tante Paula' (Paula Semer) zong hij vrolijke liedjes, vertelde hij verhalen, gaf tips en trucs (hoe bouw je een kamp? hoe maak je een vogelhuisje?) en was een van de uithangborden van De Melkbrigade die kinderen moest aanzetten meer melk te drinken. Daarvoor creëerde hij zijn twee poppenfiguren Mon en Tuur. Hun lijfspreuk was: ' Milleke melleke mol karwitsel karditsel kardol '. Hij creëerde de TV Ohee-club, een soort van jongerenclub met een eigen groet en een eigen lied. In de studio zaten de kinderen om de 'nonkel en tante' heen en zongen de verschillende liedjes mee.
In zijn programma introduceerde hij ook professor Polk, marinebioloog die kwam vertellen over dieren en hoe de natuur in elkaar stak.
Van zijn populariteit maakte hij gebruik om door het land te toeren en voor kinderen zijn programma ook live te brengen.

Hij leerde zijn volk gitaar spelen
Zo leerde hij zijn (jongeren)volk zingen, maar ook gitaarspelen, want hij bracht een 'Praktisch leerboekje voor gitaar' uit dat gretig werd gekocht. Jaren later verzamelde Bart Peeters voor het programma Pop Elektron een heleboel muzikanten die gitaar hadden leren spelen met zijn instructieboekje.

Producer jeugdprogramma's
Davidse bleef ook n a het beëindigen van dit jongerenprogramma actief als producer van jeugdprogramma's bij de Vlaamse televisie. Het populairste was wellicht 'Merlina'.
Na zijn pensionering in 1985 verdween Davidse uit de belangstelling. Naar aanleiding van het 50-jarige jubileum van de Belgische TV in 2003 was hij nog een keer te zien en op 9 augustus 2009 zong hij voor de laatste keer zijn 'Vrolijke vrienden' tijdens het evenement 'Antwerpen zingt'. De tekst vind je hieronder.


Vrolijke vrolijke vrienden
Vrolijke vrienden, dat zijn wij
Vrolijke vrolijke vrienden
Vrolijke vrienden, dat zijn wij

Als wij samen gaan kamperen
Naar het bos of naar de hei
Dan klinkt het wel duizend keren
Vrolijke vrienden dat zijn wij

Refrein

's Morgens komt de zon ons wekken
En de vogels zingen blij
Dan is 't tijd dat wij gaan trekken
Door de duinen, bos of hei

Refrein

Twee of drie die koken 't eten
Brengen lekk're dingen mee
Er is iets wat wij wel weten
Wie op kamp is eet voor twee

Refrein

En gaat stil de avond komen
Zingen, dansen wij bij 't vuur
Tot wij in ons tent gaan dromen
In het late, late uur

Refrein


zondag 7 februari 2010

Vlaamse moslima's

Annemie Struyf gaat op zoek naar de beleving van diverse religies in de VRT-televisiereeks 'In Godsnaam'. Eerste godsdienst die ter sprake kwam was de islam.

Al Minara
In Vlaanderen werd tien jaar geleden Al Minara opgericht, een organisatie die zich bezig houdt met het steunen van Vlaamse vrouwen die zich tot de islam bekeren. Al Minara is Arabisch en betekent: vuurtoren, lichtpunt. Voor deze vrouwen worden cursussen georganiseerd om zich in de leer van de islam te verdiepen. In de zondagsschool bijvoorbeeld zijn er Koranlessen, cursussen Arabisch, een cursus hoofddoekknopen, enzomeer. Ook worden er lessen gegeven aan kinderen van gemengde huwelijken.

De Shahadah
De via televisie bekende imam Nordine Taouil werkt samen met de organisatie en neemt de shahadah af, de geloofsgetuigenis van de bekeerlingen. Deze belijdenis is noodzakelijk voor de vrouw om naar Mekka te kunnen reizen. Dan krijgen ze ook het vereiste attest.
Momenteel beschikt de organisatie over 700 leden. Dagelijks bieden zich drie vrouwen aan om zich te bekeren. Vaak zijn het vrouwen die een Arabische partner hebben gevonden en zich tot zijn geloof willen bekeren. Het is immers de enige manier om met hem te kunnen trouwen.

Sommige meisjes verzwijgen dit voor hun ouders omdat ze bang zijn voor hun reactie (en voor de straf van Allah) terwijl anderen het wel vertellen en vaak op onbegrip moeten rekenen.

Ofschoon er zo huwelijken uit liefde worden afgesloten blijkt nu dat sommige huwelijken verstandshuwelijken zijn die afgesloten worden om de Arabische man de nodige verblijfsdocumenten te kunnen bezorgen.

De bekeerlingendag
Elk jaar wordt er in een Vlaamse stad een grote bekeerlingendag gehouden waarop ook workshops worden georganiseerd en geloofsbelijdenissen worden uitgesproken. In 2009 vond die in Sint-Niklaas plaats.
Niet alleen deze dag maar de activiteiten van Al Minara in het algemeen worden naar verluidt gesponsord door Saoedie-Arabië en Koeweit, maar dat wordt niet openbaar gemaakt uit angst voor extreme reacties.

Extreem in het geloof
Uit de reportage blijkt dat deze Vlaamse vrouwen heel extreem zijn in hun geloof. Ze accepteren het gezag van Allah die alles in hun leven regelt. Dit betekent ook dat ze de hoofddoek dragen en hun leven laten bepalen door de man. Voor ze trouwen mogen ze met geen man afspreken zonder mannelijke begeleiding (vader, broer) en mogen ze niet verder dan 70 kilometer alleen reizen.
Hun leven moet in dienst staan van de regels van de islam. Ze worden dus gevolgd door twee engelen die hun goede en slechte punten noteren. Op de Dag des Oordeels zullen ze daarvan rapport uitbrengen bij Allah die dan zal besluiten of ze het paradijs al dan niet in mogen. Vandaar dat ze constant met hun gedrag bezig zijn en hoe ze het best goede punten kunnen verzamelen.
Het gebed onderhouden, niet bidden als ze hun maandstonden hebben, hun man gehoorzamen, de islam propageren brengt bijvoorbeeld goede punten op.

Een nieuw fenomeen
De reportage van Annemie Struyf heeft een nieuw fenomeen in Vlaanderen op de agenda geplaatst. Misschien wordt het wel koren op de molen van extreme politieke partijen.

Religie: links naar de gepubliceerde artikels.