donderdag 22 april 2010

Waarvoor staat Herman Brusselmans?

Je draagt hem op handen of je kotst van hem, maar één ding is zeker: Herman Brusselmans (°1957), bij zijn debuut de 'Oppergod der Vlaame letteren' genoemd, laat niemand onberoerd. Niet door zijn teksten, niet door zijn uitspraken, niet door zijn voorkomen, niet door zijn gedrag. Waarvoor staat hij?

Makkelijk schrijven
Op een bepaald ogenblik dacht Brusselmans erover om met schrijven te stoppen. Hij had het wel stilaan gehad. Minstens één boek per jaar produceerde hij, hij figureerde in diverse tv-programma's, kwam geregeld op de radio en er ging geen week voorbij of hij stond wel in een of ander tijdschrift, of een krant met een interview of column.
Maar snel kwam hij terug op zijn beslissing. Immers, het schrijven zit hem in het bloed. Hij vertrekt vaak van een titel en een eerste zin en dan rolt het verhaal er vanzelf uit. 'Ik modder maar wat aan', zegt hij. 'En ik zie wel waar ik uitkom.' Zo schrijft hij een boek makkelijk in een paar weken, maximum enkele maanden. Vandaar een hoge productie, een boekenberg, die elk jaar een stukje hoger wordt. Op een kleine dertig jaar heeft de man al meer dan vijftig titels achter zijn naam staan.
Het talent waarmee hij gezegend werd heeft hij in zekere mate zelf ontwikkeld, meent hij, omdat hij enorm veel schrijft en zichzelf daardoor naar een hoger niveau heeft getild.

Amusement
In de eerste plaats wil Brusselmans met zijn geschriften amuseren. Zijn werk springt er dan ook uit door zijn vlotte, ietwat provocerende stijl met een hoog humorgehalte. Brusselmans is niet gediend met billenkletsenhumor à la de tv-serie 'De Kampioenen'.
De factor amusement zit hem vaak in het opvoeren van een bekend iemand in zijn romans. Meer dan zijn fictieve personages kan hij daardoor makkelijker iets losmaken bij zijn lezers. Hij plaatst ze in grappige situaties of zet ze in hun onderbroek door uithalen naar hun kleine kantjes. Het belachelijk maken van anderen zit er bij Brusselmans ingebakken, maar is dat ook geen amusement vraagt hij zich af? In de middeleeuwen had je al teksten die het niet aan schamperende directheid ontbrak. Dit polemische en satirische in zijn werk spreekt een groot publiek aan.
Doorheen de jaren is de schrijver wel iets voorzichtiger geworden met zijn uitspraken. Na enkele processen die bekende Vlamingen tegen hem inspanden en hoge bedragen schadevergoeding eisten (modeontwerpster Ann Demeulemeester kreeg in het jaar 2000 100.000 frank schadevergoeding na een kwetsende aanval in zijn roman 'Uitgeverij Guggenheimer'), besliste de schrijver het wat rustiger aan te doen en zijn uithalen wat omfloerster te doen, wat niet belette dat een redactrice van Libelle hem weer voor de rechter daagde in 2007.

De idioot
In zijn romans spelen idioten de hoofdrol. Je vindt ze overal, je ontmoet ze elke dag, het is dan ook interessanter om zulke mensen als personage uit te spelen. Je omringt ze met gelijkaardige types en zo creëer je hilarische toestanden. De ik-persoon is altijd een schlemiel met een zekere intelligentie, maar die de domste dingen eerst doet of in de onnozelste situaties terechtkomt.
In zekere zin zijn we zelf idioten, vindt de auteur, en doen we allemaal wel eens idiote dingen. Hijzelf in de eerste plaats. Wie iets niet snel doorheeft heeft, heeft een zekere vorm van idiotie in zich. Het heeft allemaal te maken met direct verstand. Wie het huwelijk instapt op basis van fysieke aantrekkingskracht en niet nagaat of je wel voldoende gemeenschappelijke punten hebt om een levenslange verbintenis aan te gaan is een idioot.
Deze zogenaamde idioten zet hij in een hedendaagse setting, de kapitalistische maatschappij waarin ieder individu de grootst mogelijke vrijheid heeft en daardoor eigenlijk de mogelijkheid heeft om zich in de gekste situaties te werken. Het zijn ook vaak personages die hun walging voor het burgerdom niet onder stoelen of banken steken.
Niettegenstaande hij zichzelf ook een zekere vorm van idiotie toedicht, zijn zijn boeken niet autobiografisch (hooguit 30% mag men op hemzelf terugvoeren) en mag men de ik-figuur niet met hem vereenzelvigen.

Woede
Dé grote drijfveer van Brusselmans is woede om bepaalde onrechtvaardigheden die het kapitalistisch systeem hebben veroorzaakt. Als voorbeeld haalt hij de komiek Jacques Vermeire aan die door eigenlijk onzin te verkopen in populaire programma's de status van vedette heeft bereikt en een welstellend leven leidt.
Brusselmans hakt graag in op mensen die een zekere status hebben bereikt door in feite weinig of niets te presteren. Door de populaire toer op te gaan halen ze daar een ongezien profijt uit, terwijl mensen die met dingen bezig zijn die er werkelijk toe doen, geminacht worden of niet het respect en de waardering krijgen die ze verdienen. Als anderen dat durven aanklagen worden ze met de vinger gewezen (waarmee hij eigenlijk naar zichzelf verwijst).
Deze woede kenmerkt ook zijn personages. Achter alle boeken zit een gestalte van de schrijver verborgen. In de woede van Brusselmans' idioten, die niet van enige paranoia gespeend zijn, zou wel eens veel meer de schrijvers stem kunnen doorklinken dan hij doet uitschijnen.

De media
Hoewel Brusselmans een mediatieke figuur is en te pas en onpas opduikt in allerlei programma's op tv en de radio, meent hij niet dat dit een invloed op zijn boekenverkoop heeft. Op tv wordt hij bijvoorbeeld opgevoerd als voetbalkenner waardoor er geen koppeling is met zijn romans. De literaire figuur Brusselmans komt minder aan bod behalve in de gespecialiseerde programma's.
Het is dan ook niet zijn bedoeling om in de media te komen om meer te verkopen, wat niet nalaat dat hij een dankbare figuur is om op te voeren, aangezien de schrijver er bekend om staat provocerend uit de hoek te komen of om op een soms platvloers manier zijn mening over zijn (bekende) medemens kenbaar te maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Liefst niet anoniem reageren, dat is zo onpersoonlijk.